12 DECEMBER 1951
489
De heer STUBENROUCH zegt, dat het betrokken besluit door
Burgemeester en Wethouders is genomen in het belang van de
automarkt, aangezien ook auto's buiten de markt worden verhan
deld. Het College heeft gemeend door het uitvaardigen van een
wachtverbod hieraan een einde te moeten maken. Spreker meent
evenwel, dat de gemeente te ver gaat met deze verboden. Indien
men in bedoelde straten familie of kennissen per auto wil bezoeken,
bestaat de mogelijkheid met de politie in conflict te komen.
Volgens art. 4 van het Wegenverkeersreglement kunnen Burge
meester en Wethouders alleen maatregelen treffen in het belang
van de vrijheid van het verkeer of de veiligheid op de wegen.
Beide voorwaarden blijven hier echter buiten geding, daar het on
derhavige besluit is genomen om de „zwarte automarkt" tegen te
gaan.
Spreker verzoekt het euvel op een andere wijze tegen te gaan,
omdat hij zich met de voorgestelde methode niet kan verenigen.
De VOORZITTER gelooft niet, dat omwonenden of hun familie
leden of kennissen door het besluit getroffen zullen worden.
Zulks zou ook wel zeer onverstandig zijn.
Spreker heeft geconstateerd dat er buiten de markt meer auto's
verhandeld worden, dan erop en dat dit zodanige vormen aan
neemt, dat inderdaad het normale verkeer bij de markt wordt ge
hinderd.
Wethouder MEYS merkt op, dat de omwonenden of hun familie
leden en kennissen van dit besluit geen hinder zullen ondervinden.
Het wachtverbod geldt slechts voor de uren, waarop de markt
wordt gehouden. Het verkeer kan echter zeker wel in gevaar wor
den gebracht, aangezien er met een auto eerst wordt gereden en
gedraaid vóórdat ze wordt verkocht.
De heer STUBENROUCH zegt, dat in ieder geval de mogelijk
heid van ingrijpen tegen bezoeken bij de omwonenden door de po
litie aanwezig is. Spreker is het er mee eens, dat of tot opheffing
van de automarkt of tot het treffen van de onderhavige maatre
gel overgegaan moet worden. Hij weet echter niet of thans niet
te ver wordt gegaan, aangezien hij van mening is, dat een wacht
verbod wordt opgelegd om andere redenen, dan om die, welke
zijn genoemd in het Wegenverkeersreglement. Indien de politie
optreedt volgens de letter van de Wet spreker bedoelt hier dus
het wachtverbod dan kan men hiervan de dupe worden. Zal er
echter met een grote souplesse opgetreden worden dan kan hij
zich wel met het besluit verenigen.
De VOORZITTER kan thans moeilijk een definitieve toezegging
doen. Hij heeft echter het naar voren gebrachte bezwaar eveneens
aangevoeld. Spreker heeft zich daarom met de desbetreffende per
sonen in verbinding gesteld en afgesproken, dat door de politie op
de ruiten van parkerende auto's geen bon geplakt zal worden.
De heer VELDKAMP merkt op, dat bij de Bredase Verkeers
politie evenwel alles mogelijk is.
De VOORZITTER meent, dat de getroffen maatregel geprobeerd
moet worden.