12 DECEMBER 1951 491 Vrouwelyceum, alhier, bezoeken, wordt naar zijn mening geen subsidie genoten. Spreker is liet met de heer Minderhoud wel eens maar dan op wederkerigheidsgrond. De heer TOXOPEUS vraagt of dit reeds verzocht is. De heer MINDERHOUD bevestigt deze vraag. De heer KAMPHUYS meent, dat de gemeente niet verplicht is het O.L. Vrouwelyceum f 15000.subsidie te verstrekken. Maar gelijke monniken gelijke kappen. Is het te verlenen subsidie slechts gering, dan wil hij aan het verzoek van het schoolbestuur graag zijn steun geven. Spreker sluit zich aan bij de woorden van de heer Minderhoud. De heer JONGBLOED zou liever zien, dat Burgemeester en Wethouders het prae-advies eèrst zelf nader bekeken, inplaats dat de Raad thans een tegenovergesteld besluit neemt. Spreker ziet liever, dat Burgemeester en Wethouders uit principiële overwegin gen het gevraagde subsidie alsnog verlenen. Hij voelt veel voor dit subsidie, omdat men het zelfde soort onderwijs in deze gemeente niet kan ontvangen. De Raad heeft vroeger terecht een subsidie verzoek van een onderwijsinstelling te Boxtel afgewezen, op grond van het feit, dat in deze gemeente gelijksoortig onderwijs genoten kon worden. Hebben echter de ouders principiële bezwaren tegen de R.H.B.S. of het O.L. Vrouwe Lyceum, dan heeft naar spre kers mening de instelling, waar de kinderen op school gaan, recht op subsidie. Sturen de ouders om andere redenen hun kinderen naar een el ders gevestigde school, dan dient geen subsidie verleend te worden. Naar aanleiding hiervan verzoekt hij het College het prae-advies te herzien. De heer TOXOPEUS voelt er veel voor, dat Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van het betoog van de heer Veldkamp het prae-advies terug nemen en in beraad houden. Misschien kan met de gemeente Dordrecht terzake in contact worden getreden. Tegelijkertijd zou dan het door de heer Jongbloed naar voren ge brachte bezien kunnen worden. De heer STUBENROUCH is het met de heer Toxopeus eens. Hij heeft nog twee opmerkingen te maken. Het subsidie, dat aan het O.L. Vrouwe Lyceum wordt verstrekt, is thans in het geding gebracht. Dit ligt echter op een geheel an der vlak. Het O.L. Vrouwelyceum is in Breda gelegen, zodat het subsidie voor 100% de Bredase leerlingen ten goede komt, terwijl zulks van een eventueel subsidie aan het Christ. Lyceum te Dord recht niet gezegd kan worden. Bovendien is spreker het niet eens met de heer1 Jongbloed. Op de door hem naar voren gebrachte prin cipiële overwegingen kan de Raad niet ingaan, daar die moeilijk nagegaan kunnen worden. Als Christelijke ouders ander onderwijs voor hun kinderen wensen, dan hebben ze daartoe het volste recht. Het is echter een overweging waard om in dit geval incidenteel tot subsidiëring over te gaan, maar dan op grond van wederkerigheid. Wethouder MEYS vindt het niet nodig dit prae-advies aan te houden. Spreker meent voldoende inlichtingen te kunnen verstrek-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 491