12 DECEMBER 1951 495 treft de post druk- eil bindwerk. Aangezien spreker deze verhogin gen zeer aanzienlijk vindt, verzoekt hij enige toelichting. Wethouder MEYS antwoordt, dat de op de 104e begrotingswijzi ging vermelde bedragen uitgaven betreffen ingevolge art. 72 der L.O.wet 1920. Bedoelde raadsbesluiten zijn niet direct geëffectu eerd kunnen worden. Betreffende de tweede wijziging van de begroting van de ge meentelijke crediet- en voorschotbank antwoordt spreker, dat deze bedragen inderdaad vrij hoog lijken. De oorzaak dient echter ge zocht te worden in de enorme groei van de bank, waaraan ook het financieringsinstituut debet is. Door deze groei is niet alleen het personeel uitgebreid maar ook door het personeel veel overwerk verricht moeten worden. De heer VAN BIJNEN bevreemdt het, dat bij begrotingswijzi gingen nooit het oorspronkelijk geraamde bedrag vermeld staat. Wethouder MEYS acht er wel iets voor te zeggen, dat bij een begrotingswijziging het oorspronkelijke bedrag en de reeds aange brachte wijzigingen worden vermeld. De heer VAN SWOL is van het woord „overwerk" geschrokken. Hij is daarvan geen vriend. Naar zijn mening dient zulks in ver band met de toenemende werkloosheid zoveel mogelijk voorkomen te worden. Wethouder MEYS antwoordt, dat het in dit geval werkzaamheden betreft, die door bepaalde personen verricht moeten worden. Het personeel is reeds uitgebreid. De uitbreiding kan echter slechts geleidelijk geschieden. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkom stig dit voorstel. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het crediet in rekening-courant bij de N.V. Bank voor Neder landse Gemeenten over de maanden November en December 1951. (Bijlagen 1951, no. 452). Dienovereenkomstig wordt besloten. IC. Vervalt. 17. Schryven van Burgemeester en Wethouders inzake de pre sentiegelden voor het bijwonen van de vergaderingen van de Raad, de Raadscommissiën en vergoeding voor telefoonkosten. (Bijlagen 1951, no. 454). De heer VELDKAMP is het met het onderhavige schrijven wel eens. Spreker heeft indertijd deze vraag aan de orde gesteld in verband met een circulaire van Gedeputeerde Staten van de pro vincie Gelderland aan de gemeentebesturen in die provincie. Spre ker heeft toen verzocht het presentiegeld tot 10,per raadszit ting te verhogen. Deze zaak is in iedere gemeente verschillend ge regeld. Burgemeester en Wethouders hebben echter de knoop moe ten doorhakken. Hij is van mening, dat een verhoging van het pre sentiegeld tot 7,50 geprobeerd dient te worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 495