496 12 DECEMBER 1951 Spreker wil wel de aandacht vragen voor de vergoeding, die de raadsleden ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen van raadscommissiën. Deze vergoeding bedraagt 3,per vergadering. Er zijn echter leden, die ambtshalve in niet-raadscommissiën zitting hebben. Deze ontvang'en daarvoor echter geen vergoeding. Waarom krijgen de leden van de commissie ingevolge art. 8 der Woonruim- tewet en de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg wel een vergoeding voor het bijwonen der vergaderingen en de leden van andere niet-raadscommissiën niet? Diverse taken in raadscom missiën kosten zeker zoveel tijd als die in de woonruimtecommissie. Waarom wordt dan het bijwonen der vergaderingen van eerstge noemde commissiën veel lager gehonoreerd dan het bijwonen van laatstgenoemde commissievergaderingen Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen raadscommissiën en niet-raadscommissiën. Spreker geeft Burgemeester en Wethou ders in overweging deze zaak opnieuw te bezien. Hij kan wel ac- coord gaan met de voorgestelde verhoging van het presentiegeld voor het bijwonen der raadsvergaderingen, zodat hij Burgemeester en Wethouders verzoekt zich terzake tot Gedeputeerde Staten te wenden. De heer DIRVEN heeft bezwaar tegen de z.i. verkeerde verdeling der vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen. De leden van de woonruimtecommissie ontvangen een hogere vergoe ding dan de leden van andere commissiën. Spreker misgunt de leden der woonruimtecommissie hun vergoeding niet, maar indien hij de taak van de leden der bouwcommissie beziet, dan komt hij tot de conclusie, dat ook aan die taak veel tijd geofferd moet wor den. Deze vergaderingen worden meestal in de voor- of namiddag gehouden, zodat hiervoor de nodige tijd vrijgemaakt dient te wor den, terwijl de vergaderingen van de woonruimtecommissie meestal 's avonds plaats vinden. De heer JONGBLOED merkt op, dat Burgemeester en Wethou ders niet voorgesteld hebben het presentiegeld voor het bijwonen van de raadsvergaderingen tot 7,50 te verhogen. De heer VELDKAMP antwoordt, dat Burgemeester en Wethou ders zich terzake tot Gedeputeerde Staten zullen wenden, indien de Raad met de verhoging accoord gaat. De heer JONGBLOED verzoekt namens zijn fractie de zaak te laten zoals ze thans is. Zijn fractie is van oordeel, dat, aangezien in deze tijd ook op de kleintjes gelet moet worden, een vergoeding van 6,per raadszitting voldoende is; vooral ook omdat de helft van het aantal raadsvergaderingen in de avonduren wordt gehouden. De leden van de woonruimtecommissie ontvangen wel 6,voor het bijwonen van iedere werkvergadering, omdat het bestuderen der stukken ook veel tijd in beslag neemt, maar zulks geldt even eens voor de leden van de bouwcommissie. Het bestuderen der stuk ken eist van hen zeker zoveel tijd als het bijwonen der vergade ringen. Hij verzoekt het College de zaak te laten, zoals ze thans is. De heer TOXOPEUS wil kort zijn. De moeilijkheid schuilt hier in de verletvergoeding. Ofschoon het presentiegeld niet als ver- Ietvergoeding* aangemerkt wordt, is zulks toch wel de bedoeling. Degenen, die een vast inkomen genieten, hebben geen kosten we-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 496