12 DECEMBER 1951
499
en de. heren van Gils, van Swol, Vermeulen en Toxopeus tot
plaatsvervangende leden van de Commissie van Overleg en haar
secties.
21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging
van het besluit van 11 April 1951 inzake verdeling van woonruim
te bij nieuwbouw. (Bijlagen 1951, no. 461).
De heer VAN EGERAAT heeft 2 opmerkingen te maken. Op de
eerste plaats vraagt hij zich af wat er moet gebeuren met de per
sonen, die zich op 16 October 1942 in deze gemeente hebben ge
vestigd. Sprekers tweede opmerking staat iets los van het voor
stel. De vergunning om zich hier te kunnen vestigen is afhanke
lijk gesteld van de economische belangen. Spreker acht' het gewenst,
dat het begrip „economische belangen" formeel (door de Raad)
wordt bepaald. Hij acht het onjuist, dat dit door uitvoerende in
stanties zou moeten geschieden. Het is ermee als met de betekenis
van „zwart" bij de vermogensaanwasbelasting. Deze niet van al
gemeen belang ontblootte begripsbepaling ligt uitsluitend in han
den van de inspecteur.
De heer TOXOPEUS is het met de heer van Egeraat niet eens.
Naar zijn mening is het niet mogelijk een dergelijke omschrijving
te geven. Het begrip „economische belangen" is zo ruim dat het
niet in een verordening is vast te leggen, en dus wel in handen
moet blijven van de uitvoerende instanties. Spreker wil dan ook
de Raad hiertegen waarschuwen.
De heer VELDKAMP acht eveneens een dergelijke begripsom
schrijving moeilijk, zodat hij zich bij de woorden van de heer
Toxopeus aansluit. Men zou te dien aanzien in een vergaande dif
ferentiatie moeten vervallen. Bovendien spelen de notulen bij het
bepalen van datgene, wat de Raad bedoelde, ook een rol.
Naar zijn mening wordt met het begrip bedoeld: door de ge
meente erkende economische belangen.
Zo is het b.v. bij vestiging van een pensionhouder zeer wel mo
gelijk, dat de gemeente zegt: „pensionhouders hebben we reeds
voldoende".
Wethouder ROMSOM kan zich met de eerste opmerking van de
heer van Egeraat verenigen, zodat de bepaling aldus gewijzigd kan
worden: „en aan personen, die zich op of na dit tijdstip" enz. Wat
betreft de tweede opmerking van de heer van Egeraat, moet spre
ker zich aansluiten bij de heer Toxopeus. Ook hij is van mening,
dat een dergelijke omschrijving achterwege gelaten dient te wor
den. De economische belangen worden zeer serieus bezien. De
voorgestelde redactiewijziging heeft betrekking op een geval,
waarbij iemand zich illegaal in Breda vestigde en trachtte zich
door aankoop van een nieuwbouw-woning van een huis te voorzien.
Om zulks in de toekomst te voorkomen, hebben Burgemeester en
Wethouders gemeend deze verduidelijking te moeten aanbrengen, op
dat geen twijfel meer mogelijk is.
Inzake het begrip „economische belangen" merkt spreker nog
op, dat, indien de betrokken Dienst daarmede moeilijkheden heeft,
het een en ander aan Burgemeester en Wethouders wordt voorge
legd.
De heer VAN EGERAAT voelt toch wel de behoefte aan derge
lijke omschrijvingen. Het is in het algemeen een gevaarlijke ten-