510
14 DECEMBER 1951
een positief resultaat, en behoeft men niet af te wachten of de
ouders hun plicht zullen nakomen.
De mededeling van de heer Van den Eeden, dat na 1 Januari 1952
1.50 per vulling bijbetaald moet worden, acht spreker zeer belang
rijk. Een dergelijke som acht hij voor de arbeidende klasse bezwaar
lijk, vooral als men bedenkt, dat de behandeling op school geen extra
kosten met zich brengt.
Het is mogelijk, dat door een schooltandartsendienst de tandartsen
enigszins benadeeld worden. Daartegenover staat, dat de meeste
tandartsen, al zo'n grote praktijk hebben mede tengevolge van
de werking van het ziekenfondsenbesluit dat zij toch niet in de
gelegenheid zijn dit werk te kunnen verrichten. Doordat op andere
wijze het contact met de gezinnen blijft bewaard, zullen de kinderen
na de schooljaren naar de eigen tandartsen gaan.
Spreker heeft aanvankelijk geaarzeld zijn stem te bepalen. Ook
hij is geen bewonderaar van dit prae-advies en had gaarne wat meer
inlichtingen gekregen. Tot nu toe heeft hij echter geen argumenten
gehoord, welke aantonen dat het systeem Hengelo verkieslijker is.
Bij het bepalen van sprekers standpunt is van groot gewicht het
feit, dat de deskundigen van de Centrale Raad voorstanders zijn van
het stelsel van een eigenlijke schooltandartsendienst.
De vraag rijst, of het mogelijk is het stelsel van de Centrale Raad
thans effectief in te voeren. Daaromtrent hebben Burgemeester en
Wethouders medegedeeld, dat thans twee bona-fide tandartsen be
reid gevonden zijn medewerking te verlenen, hetgeen spreker
verheugt. Eventueel zou hij echter ook bereid zijn te bevorderen,
dat de gemeente een of meer tandartsen zou aanstellen. Graag zal
spreker de nadere voorstellen van Burgemeester en Wethouders ver
nemen omtrent de wijze van de invoering van de schooltandartsen
dienst.
Hij zal het op prijs stellen, wanneer de toezegging wordt gegeven,
dat op de kortst mogelijke termijn met de schooltandverzorging zal
worden begonnen.
Anderzijds erkent spreker, dat er nog wel moeilijkheden zijn, waar
op de heren Van den Eeden en Van Gils reeds wezen. In het bijzon
der zou het ter zijde blijven staan van een der ziekenfondsen een
ernstig bezwaar betekenen.
De heer Toxopeus heeft de suggestie gedaan een raadscommissie
ad hoe voor deze kwestie in te stellen. Ofschoon spreker verder uit
stel in deze zaak vreest en hij ook geenszins Burgemeester en Wet
houders in moeilijkheden wil brengen, zou hij voor deze suggestie
kunnen gevoelen, wanneer aldus kon voorkomen worden, dat men
in een impasse geraakt. In een raadscommissie ad hoe zouden ech
ter de verschillende voor- en nadelen van de systemen door deskun
digen kunnen worden uiteengezet. Voorop moet staan de bedoeling
om thans ten spoedigste de ontstane achterstand in te lopen.
De heer VAN EGERAAT zegt, dat het hier inderdaad gaat om de
jeugdtandverzorging. Daarnaast moet men de vraag stellen: welk
middel moeten we kiezen om dit doel te bereiken?
Spreker geeft toe, dat ideaal genomen de situatie zö zou moeten
zijn, dat de patiënten met hun ouders naar de tandarts gaan. De
werkelijkheid ligt echter anders. Spreker gelooft niet, dat men in
deze zaken erg optimistisch moet zijn. Bij zelfstandige mensen zou
misschien het systeem Hengelo effectief blijken, als regel zou spre
ker dat niet durven te stellen. Het lijkt hem daarom, dat men tot
het doel de jeugdtandverzorging zal moeten komen door het
middel: d'e schooltandartsendienst.