516
14 DECEMBER 1951
gemeente ambachtsschool, gemeente avondschool voor ambachts
lieden en gemeente school voor scheepswerktuigkundigen voor de
duur van de periode van 1 Februari 1952 tot eincfe cursusjaar
1951/1952. (Bijlagen 1951, no. 470.)
De heer JONGBLOED merkt op, dat van de verschillende sollici
tanten Burgemeester en Wethouders aanvankelijk de heer Bosters
voor benoeming wilden voordragen, maar daar deze in militaire
dienst is opgeroepen nu de heer Hendriks voorstellen. Deze can-
didaat is niet bevoegd, hetgeen de meeste anderen wel waren. Tegen
do andere gegadigden bestonden verschillende bezwaren. Zo wenst
de een onmiddellijk een woning, aan welk Verzoek onder de bestaande
omstandigheden geen gevolg kon worden gegeven. Tegen andere
candidaten is bezwaar gemaakt op grond van hun leeftijd. Dit acht
spreker een gevaarlijk standpunt. Bij deze oudere mensen zijn er.
dia eerst op latere leeftijd zich hebben bekwaamd en het examen
hebben behaald, hetgeen een hele prestatie is. Het gaat naar spre
kers mening niet aan nu te zeggen: ze zijn te oud. Onder hen kun
nen juist uitstekende krachten zijn. Het is spreker voorts opgeval
len, dat de sollicitanten hebben opgegeven tot welke geloofsbelijde
nis zij behoren. Een van hen merkt op, dat hij zijn levensbeschou
wing' nog niet in een bepaald Vakje had kunnen plaatsen. Omtrent
deze persoon wordt gezegd, dat het een eigenaardige sollicitant is.
Spreker lijkt dit op de aanwezige gegevens wel voorbarig. Omtrent
zijn opleiding en leeftijd kond'en geen bezwaren bestaan.
Spreker zal zich thans niet verzetten tegen het voorstel tot be
noeming van de heer Hendriks. Maar wel zou hij Burgemeester en
Wethouders willen verzoeken slechts in acht te nemen hetgeen nodig
is om goede leerkrachten aan te trekken; de bekwaamheid is daar
bij wel niet de uitsluitende, maar wel de overheersende beoorde-
iingsfactor. Spreker heeft er bezwaren tegen, dat men gaat in
formeren naar godsdienstige of politieke overtuiging.
De heer VELDKAMP zou eveneens bezwaren maken, indien naar
de politieke opvattingen van een candidaat zou worden gevraagd.
Hij acht het echter niet onjuist te informeren naar de geloofs
overtuiging, omdat men deze nu eenmaal bij een totale beoordeling
van een persoon niet kan uitsluiten. Spreker kan zich overigens
met het voorstel van Burgemeester en Wethouders verenigen.
Wethouder MEIJS kan de bezwaren van de heer Jongbloed niet
delen. Naar zijn mening behoort men bij de beoordeling van een
persoon diens godsdienstige maar ook diens politieke overtuiging
te kennen. Spreker zou niet kunnen medewerken aan de benoe
ming van een leraar, die lid is van de C.P.N. Hij meent, dat de
Raad deze opvatting zal delen, zodat tegen de gevraagde inlich
tingen geen bezwaren kunnen rijzen.
De thans voorgedragen sollicitant is bevoegd', met uitzondering
van de zogenaamde aantekening, welke van ondergeschikt belang
is. Reeds bij het eerste bezoek is de heer Hendriks direct in aan
merking gebracht. De commissie van het Nijverheidsonderwijs was
echter bang, dat zijn politieke richting in vroeger jaren verkeerd
was geweest. Gezien de tijdnood is toen overgegaan tot benoeming
van de heer Bosters. Na diens vertrek viel weer de aandacht op
de heer Hendriks. Nader ingewonnen informaties omtrent zijn
politieke betrouwbaarheid bleken goed te zijn. De bekwaamheid
moet bij benoeming zeker op de voorgrond staan, en niet het ge
loof of politieke overtuiging, waar omtrent echter informaties wel