14 DECEMBER 1951 523 orgel zou kunnen voelen, wanneer dit zo daartoe door de Raad niet werd besloten verloren zou gaan. Nu dit niet het geval is, kan spreker zonder daarbij in de beoordeling Van de kunstzinni ge waarde van het orgel te treden er niet toe besluiten het niet geringe bedrag van 12.000.uit te geven. Gezien de precaire toestand van de gemeentefinanciën acht hij het ongewenst om voor een dergelijke som dit orgel van eigenaar te doen verwisselen. De heer VELDKAMP zegt dat dit orgel, dat reeds in de littera tuur beschreven wordt, hem wel interesseert. Maar toch zou hij niet tot koop willen adviseren, hoe hem dat ook spijt: want de gemeente kan het nergens plaatsen en ze heeft hiervoor geen geld. De VOORZITTER merkt op, dat er geen voorstel Van Burge meester en Wethouders is tot aankoop van dit orgel. Het College meende echter, dat aangezien het hier betrof een werk van hoge artistieke waarde de mogelijkheid tot aankoop aan de Raad te moeten mededelen. Omtrent de plaatsing zou uit de Raad eventueel suggesties kunnen worden gedaan. De heer BREKELMANS zegt deze mededeling niet goed te be grijpen. Burgemeester en Wethouders zullen de plaatsingsmogelijk heden in de gemeente wel het beste kennen. Het orgel wordt om schreven als te zijn een beeldhouwwerk van grote waarde. Spreker had echter graag het rapport van enige deskundigen gezien, in het bijzonder wat betreft de muzikale waarde van het orgel. Hij stelt voor alsnog een commissie van enkele deskundigen te benoemen (waarbij spreker denkt aan de/klohlieniaV van de Grote Kerk en de heer Toebosch) om hierover van advies te dienen. Indien deze zouden zeggen, dat het orgel inderdaad van zulke £«4^g-rote waarde is, zou spreker ervoor gevoelen, om eventueel met v^een andere instantie tot aankoop ervan over te gaan. De heer MINDERHOUT) merkt op, dat in het prae-advies wordt gezegd, dat in het stadhuis geen plaatsingsmogelijkheid is. Spreker heeft bij een deskundige inlichtingen gevraagd: deze acht het niet uitgesloten, dat het orgel in de Grote Kerk kan worden geplaatst. Hij zou er op willen wijzen, dat ook in Haarlem in de Oude Sint Bavo-Kerk een orgel van de gemeente is geplaatst, dat aan de kerkelijke gemeente is verhuurd. Het wordt regelmatig bespeeld door de Verschillende organisten in Haarlem. Zo zou kunnen wor den bereikt, dat dit zeer kunstzinnig voorwerp aan de gemeente komt. De heer JONGBLOED vestigt de aandacht op de zich bij de stukken bevindende brief van de heer Luijsterburg, die zich des kundig noemde, en de suggestie deed het orgel te plaatsen in het Stedelijk Museum. Spreker is het niet eens met de heer Van Egeraat, dat bij aan koop alleen sprake is van eigenaarsverwisseling. Het is een ver schil, of dit kunstwerk eigendom is van een particulier of dat de gemeente het koopt ten gunste van de gemeenschap. Indien de Raad in principe iets voor aankoop voelt, wil spreker het voorstel van de heer Brekelmans om eerst nog eens een com missie van enkele deskundigen terzake te horen ondersteunen. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 523