524 14 DECEMBER 1951 begrepen, dat het hier een zeer fijn, fraai en oudheidkundig werk betrof. Zij wilden de mening van de Raad over een eventuele aankoop peilen. De verkregen inlichtingen maken naar zijn oordeel een onderzoek door een commissie, als door de heer Brekelmans bedoeld, niet meer nodig. Naar sprekers mening is dit werk wanneer men voor de aankoop voelt zeker het genoemde geldbedrag waard. De heer DRION vindt het onjuist om een groot bedrag te besteden voor een orgel, waar geen plaats voor is. Bovendien gelooft hij, dat de financiële toestand van de gemeente deze uitgave niet toelaat. De heer VAN DEN EEDEN meent, dat men zich moet afvragen: is er behoefte aan dit orgel? Men gaat toch eerst tot aankoop over, wanneer ergens behoefte aan bestaat. Spreker heeft niet kunnen ontdekken dat een behoefte aanwezig is. Onder deze omstandig heden is 12.000.een te grote som om voor dit orgel uit te geven. De heer BREKELMANS is van oordeel, dat door de heer Minder- houd een suggestie is gedaan, waarnaar het Colleg'e informeerde. Hij stelt daarom voor een commissie te benoemen, als reeds eerder door hem is aangegeven. Daar dit voorstel slechts door de heer Minderhoud wordt ge steund, wordt het niet in stemming gebracht. Hierop besluit de Raad het schrijven van Burgemeester en Wethouders voor kennisgeving aan te nemen. 40. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen van een bijdrage ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. (Bijlagen 1951, no. 480.) Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 41. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van grond aan de Achillesstraat aan de „Nederlanden van 1845". (Bij lagen 1951, no. 481.) De heer KOERTSHUIS heeft geen bezwaar tegen dit voorstel. Het is hem echter opgevallen, dat op de bij deze verkoop betrokken gronden een aantal volkstuintjes ligt. Spreker betreurt het, dat deze nu moeten verdwijnen. In totaal waren er 280 volkstuintjes. Hiervan gaan er nu weer 30 af. Deze tuintjes betekenen voor de mensen óf een liefhebberij, waarvan de betekenis hoog moet worden aangeslagen, óf een kleine bron van neveninkomsten. Spreker zou het op prijs stellen, wanneer voor deze mensen elders geschikte grond wordt gevonden. Het liefst zag hij een blijvende voorziening. De heer VAN SWOL wil de vraag stellen: past de voorgestelde bebouwing in deze wijk? Hij heeft er al eerder op gewezen, dat hij een algemeen plan van bebouwing voor de gehele stad mist. Het gaat maar met horten en stoten, maar later blijkt misschien dat deze flatwoningen op deze plaats eigenlijk niet behoren te staan. Hij verzoekt dit nog eens aandachtig te bezien. De VOORZITTER antwoordt, dat met dit verzoek zeker rekening zal worden gehouden. Aan de heer Koertshuis kan hij mededelen, dat hij nog onlangs aan de dienst van Openbare Werken heeft ge vraagd hem in te lichten over de mogelijkheden om in de in studie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 524