Besloten vergadering van de Raad der gemeen
te Breda,gehouden bij de aanvang der open
bare raadsvergadering op 18 Januari 1951
De Voorgit ter zegt, dat gisteren de leden is toegezonden een schrijven van Burge
meester en Wethouders betreffende de verdeling van het bouwvolume voor het jaar
1951.
Spreker kan niet beoordelen of de Raad zich met de in het schrijven vermelde
zienswijze kan verenigen,zodat hij het gewenst acht in besloten zitting te gaan.
De heer Veldkamp heeft het onderhavige schrijven hedenmorgen ontvangen.Aangezien
hij het stuk nog niet heeft kunnen inzien,is een behandeling hiervan wel zeer
moeilijk.
De Voorzitter heeft er volgens afspraak naar gestreefd het schrijven nog in deze
vergadering aan de orde te stellen.
De heer Jongbloed vindt het door de heer Veldkamp gebezigde woord "behandeling"
scherp gesteld.
Over het ter tafel liggende schrijven kan thans toch wel ge sproken worden.
De Voorzitter meent op het schrijven nog enige toelichting te moeten geven.Daar
met de verdeling van het volume spoed betracht moet worden,is het gewenst nu een
beslissing te nemen.Burgemeester en Wethouders hebben bij de verdeling zoveel mo
gelijk met de verlangens van de Raad rekening gehouden.
Het bouwvolume voor Breda is vastgesteld op 731 woningen.In deze besloten zitting
kan spreker mededelen,dat het volume,gezien de omstandigheden,Burgemeester en
Wethouders niet is tegengevallen.
Van het totaal aantal woningen moeten er 85 voor beroepsmilitairen,3 voor de
Nederlandse Spoorwegen, 1 voor ontruiming in verband met wegverbeteringen en 4
voor het opnemen van evacué's afgetrokken worden,zodat er 93 woningen aan de
vrije beschikking der gemeente onttrokken warden.Br zijn dus practisch 638 wo
ningen te verdelen.Zoals in bedoeld schrijven staat vermeld,zijn er 300 woningen
voor bouw door de gemeente gereserveerd.
Dit aantal moet met de hierbovengenoemde 93 woningen verminderd worden, zodat in
beginsel 207 woningen ter vrije beschikking van het Woningnood bureau komen.
Ten behoeve van de particuliere woningbouw resteert dus een aantal van 431 wonin
gen.
Van de 638 woningen,die vrij verdeeld kunnen worden,zijn er 385 arbeiderswonin
gen,te weten 207 van de gemeente en 178,die door particulieren kunnen worden ge
bouwd.
Het is misschien niet gemakkelijk uit het bij het onderhavige schrijven behorend-
de schema af te leiden,welke woningen arbeiders-en welke middenstandswoningen
zijn.
De heer Mol merkt op,dat de Voorzitter over woningen gesproken heeft.Hij is er