everwei van overtuigd,dat een particuliere bouwondernemer geen arbeiderswonin gen bouwt.Het zijn misschien wel arbeiderswoningen,wat het volume betreft,doch niet overeenkomstig de inrichting,zodat dergelijke woningen nooit door arbeiders bewoond zullen worden. Spreker vraagt zich af of de gemeente wel zoveel arbeiderswoningen bouwt.Zijn het geen middenstandswoningen?Het is zeker,dat door de gemeente en de bouwvereni gingen het bouwvolume gerealiseerd zal worden;deze zekerheid bestaat echter niet ten opzichte van de particuliere bouwondernemers.Hij gelooft wel,dat vele particuliere woningen gebouwd zullen worden,maar is de gene ente gereed de parti culiere woningbouw,voor zover die niet tot stand wordt gebracht,zelf te verwe zenlijkend ijn ook de bouwverenigingen geinteresseerd?In Tilburg is 90$ der wo ningbouw in handen der bouwverenigingen. Spreker heeft het onderhavige schrijven slechts korte tijd ingezien,zodat hij het eerst nader wil be studeren, alvorens tot een definitieve uitspraak te komen. Het een en ander heeft hem echter doen huiveren,zodat hij er op wil wijzen er voor te waken,dat geen surplus van middenstandswoningen tegenover een tekort aan arbeiderswoningen ontstaat. Bovendien dienen de Woningbouwverenigingen opgewekt te worden tot de bouw van arbeiderswoningen over te gaan. De heer Brinkerhof heeft in het schrijven van Burgemeester en Wethouders gele zen,dat 85 woningen voor militairen en 3 woningen voor de Nederlandse Spoorwe gen gereserveerd woiden.Hij heeft hierbij echter gemist het aantal woningen, dat bestemd is voor de rijksambtenaren.Hij merkt op het eens te zijn met het be toog van de heer Mol.Hierbij heeft hij speciaal op het oog de in het Heuvelkwar tier door de firma van Eykelenburg te bouwen 84 woningen,waarover in de Bouwcom missie gesproken is. Deze firma stond er op middenstandswoningen in plaats van arbeiderswoningen te bouwen,zodat ook hij vreest,dat van de bouw van arbeiderswoningen niets terecht zal komen.Spreker hoopt.dat ten aanzien van deze zaak thans geen beslissing zal genomen worden,aangezien de gemeente met de voorgestelde regeling achterop raakt.Ook de woningnood is met deze regeling niet gebaat. Er zijn zonder dat met de achterstand rekening gehouden wordt, per jaar 531 wo ningen nodig.De gemeente gaat derhalve zodoende achteruit,hetgeen toch niet de bedoeling kan zijn.Het is bekend,dat de financiering van de woningbouw voor de gemeente moeilijkheden oplevert.Zulks geldt niet alleen voor Breda maar voor alle gemeenten.Spreker is van oordeel,dat er door de gemeenten via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten^druk op de Regering uitgeoefend moet worden om op een vlottere manier de benodigde gelden te kunnen bekomen.Hieraan zal door de Rege ring zeker voldaan worden. De woningen,die door de firma van Eykelenburg gebouwdworden,bestaan uit 3 slaapkamers,badkamer,woonkamer en een volledige installatie.Het is voor een ar-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 534