Inderdaad is de financieringsregeling voordeliger dan de premieregeling.Indien een woningbouwvereniging bouwt dan worden door de gemeente de nodige gelden ver strekt, die met het Rijk verrekend worden. De heer -Jongbloed acht het gewenst bouwverenigingen te laten bouwen,daar deze toch niets met de financieringsregeling uit te staan hebben. Wethouder van Houten is het met de heer Jongbloed eens.De bouwvereniging"Sint Laurentius" is het meest actief .Spreker zou het prettig vinden van de andere bouwverenigingen ook eens iets te horen. De heer Mol meent dat het inschakelen van de woningbouwverenigingen redding kan brengen.Deze verehigingen moeten gestimuleerd worden plannen naar voren te brengen. Behalve de R.K. bouwvereniging "St. Laurent ius"hebben ze zich de laatste jaren niet leten geld en. Spreker verzoekt de Burgemeester en Wethouders te trach ten in deze richting een oplossing te vinden. De heer Mol merkt op,dat de bouwverenigingen toch plannen kunnen overnemen.Hij verzoekt deze verenigingen het bouwen zoveel mogelijk in de schoenen te schuiven opdat de gemeente niet overbelast wordt. De heer van Swol betwijfelt de geringe activiteit der bouwverenigingen.Burgemees ter en Wethouders staan niet welwillend tegenover het overnemen van woningwetwo- -5- wen,dan behoort die taak op de eerste plaats aan de gemeente.Maar van waar moe ten de nodige gelden komen9De mogelijkheden dienen opgespoord te worden,aange zien anders op het gebied der woningbouw een chaos zal ontstaan.Spreker heeft over de onderhavige materie met Ir.Gooden een bespreking gehad,terwijl het sche ma eergisteren pas in de vergadering van Burgemeester en Wethouders is be spro ken.Er zijn echter veel meer particuliere aanvragen dan op dit schema vermeld zijn.Het schema is slechts een leidraad.Is de particuliere bouwondernemer niet bereid arbeiderswoningen te bouwen of het toegewezen volume te verwezenlijken, dan zal zulks in Mei a.s.door de gemeente geschieden.Blijkt,dat in Mei a.s.niet het gehele toegewezen bouwvolume is benut dan zal door de gemeente het resteren de gebruikt worden voor arbeiders-woningen. De heer van den Eeden acht het wenselijk,dat de bouwverenigingen hierop attent gemaakt worden.Op deze wijze worden ze geprikkeld om te bouwen.Wordt hun hier toe de gelegenheid gegeven, dan zullen verschillende woningbouwverenigingen een zodanige gelegenheid zeker aangrijpen. De Voorzitter antwoordtdat Burgemeester en Wethouders wel genegen zijn enige toezegging in deze richting te doen,doch er dient wel rekening mede gehouden te worden dat de plannen voor 1951 reeds gereed liggen.V<5-'or 1 Mei a.s.moet de gemeente weten of de particuliere bouwplannen al dan niet doorgang vinden.Het is voor dit jaar dus twijfelachtig of de bouwverenigingen nog ingeschakeld kun nen worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 537