ningen door deze verenigingen.Als spreker juist gelezen heeft,dan is het bouwvo lume vastgesteld op een bepaald aantal woningen in plaats van een bepaald aantal kubieke meters. Men kan ook zeggen,dat middenstandswoningen een groter volume hebben dan arbei derswoningen.Worden er dus in een bepaald geval geen middenstandswoningen ge bouwd,dan kan hiervoor een groter aantal arbeiderswoningen in de plaats komen. De Voorzitter vraagt of de Baad kan goedkeuren,dat Burgemeester en Wethouders de verantwoording op zich nemen, straks meer arbeiderswoningen te doen verrijzen. Bij het aantal door particulieren te bouwen woningen moeten minstens 100 arbei derswoningen zijn.Is zulks niet het geval,dan zullen de vereiste vergunningen niet verstrekt worden. De heer van Swol merkt op. dat de kostprijs van deze arbeiderswoningen zodanig dient te zijn dat ze dan ook door arbeidersgezinnen bewoond kunnen worden. De heer Veldkamp zegt dat er dus in cijfers uitgedrukt-minstens 307 arbeiders - woningen gebouwd zullen worden. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Jongbloed zegt,dat het hier gaat om de financiering van de woningbouw. Het is derhalve veel verstandiger de bouwverenigingen woningcomplexen te laten bouwen,dan complexen over te geven.Spreker heeft er bezwaar tegen,dat op 15 Mei a.s.bezien wordt.welke plannen niet verwezenlijkt worden.Hij heeft heden morgen een brief van de vakgroep ontvangen,waarin stond,dat er voor de gemeente voldoe», de ruimte zal overblijven,aangezien het bouwen zo duur is,dat door de particuliez toch niet zoveel geld op tafel gelegd kan worden. Er dient van het standpunt uitgegaan te worden,dat Burgemeester en Wethouders ervoor zorg dragen, dat in 1951 731 woningen gebouwdworden en dat in dit aantal een minimum van 307-doch zo mogelijk een aantal350-arbeiderswoningen-begrepen is.Bovendien moeten de bouwverenigingen gestimuleerd worden deze woningen te bouwen. De heer Veldkamp kan zich hiermede verenigen. De Voorzitter zegt,dat het College van Burgemeester en Wethouders het onderhavige schrijven terug willen nemen voor nader beraad,aangezien het een en ander deze zaak doorkruist. De heer Koertshuis vraagt of de 85 woningen voor beroepsmilitairen bestemd zijn voor officieren of onderofficieren. De Voorzitter antwoordt dat het voornamelijk kleinere woningen zijn. Zonder verdere bespreking gaat de Haad ermede accoord,dat Burgemeester en Wet houders het onderhavige schrijven terug nemen voor nader beraad. orZitter de besloten zitting. De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 538