overige in 34 jaartermijnen van ƒ.57.000.- ware te voldoen. Ook hierop kon geen overeenstemming worden bereikt,waarna voor de 3e maal door Prof.Krul een rapport is uitgebracht (December 1950). De som werd toen gesteld op ƒ.1.774.217.- waarvan te voldoen ƒ.440.000.- in eens en de rest in 40 jaartermijnen ƒ.60.000.-. Na veel aarzeling heeft het gemeentebestuur dit derde rap port in principe aanvaard. Inmiddels had de N.W. Brabantse reeds in Maart 1950 een meersom gevraagd van ƒ.500.000.-, omdat zij - onzes inziens in afwijking van de aanvankelijk overeengekomen bevriezingsdatum per 1 Januari 1949 - ermede rekening wilde houden, dat door de uitbreiding van het Heuvelkwartier ongeveer 20 a 25% van haar debiet verloren ging. Lang heeft het gemeentebestuur geaarzeld wat te doen in deze. Tijdens de afwezigheid van de Burgemeester is een vergadering van de aandeelhouders der N.'W.Brabantse (op welke het gemeentebestuur opzettelijknniet aanwezig is ge weest) gehouden, waarin machtiging is verleend om met de bouw van een pompstation in of nabij Breda te beginnen,in dien met de gemeente niet spoedig een regeling werd getrof fen. Aan de gemeente werd een beslissing gevraagd vddr 1 Juli. Waar het onmogelijk was - bij het zeer onvoliïge^*' college - enige beslissing te nemen werd gevraagd en ver kregen een uitstel tot 1 Augustus Bij het schrijven van 11 Juni 1951 waarin de datum van 1 Juli werd gesteld, werd bovendien de eis gesteld, dat de gekapitaliseerde overname-som in eens zou worden uitbetaald. Na de gestelde datum vervalt het aanbod van de N.W. Brabantse over het betrekken deel van het concessiegebied over te nemen, zodat nu op korte termijn een beslissing moet worden genomen. Gisteren is nu deze aangelegenheid nogmaals besproken in de vergadering van Burgemeester en Wethouders, die zich hebben laten voorlichten door financieel-deslcundigen, nl. de heren Leclerc, Sommeling en De Werd. Aan hen is opgedragen een exploitatie-opzet te maken van het waterbedrijf, na overname van het concessiegebied van de West Brabantse Maatschappij, een ontwerp-schrijven aan de directie van die maatschappij op te stellen, er van uitgaande, dat de gemeente het concessiegebied overneemt op basis van het 2e rapport van -^rof .Krul, vermeerderd met ƒ.500.000.-. Deze stukken zijn klaar gekomen, maar nog niet nader in het College besproken, zodat nog niet gezegd kan worden, dat deze ook in details de uiteindelijke mening van Burge meester en Wethouders weergeven Spreker doet mededeling van de inhoud dezer ontwerp- stukken. Hij heeft hiermede in grove lijn de gang van zaken weergegeven. Hij wil hier nog een opmerking aan toevoegen, welke nog een nadere persoonlijke mening over deze zaak geeft. Reeds in de eerste vergadering heeft de heer Sweens van de West Brabantse gewezen op het wetsontwerp-drink watervoorziening. Dit word in 1947 bij de 2e Kamer inge diend is daarna teruggenomen en thans gewijzigd weer aan de orde gesteld. Volgens dit ontwerp zouden Gedeputeerde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 546