om op die wijze van het méér gevraagde bedrag af te komen. Spreker legt zich bij de gegeven becijfering neer«Hij is van oordeel,dat,indien het totaal bedrag met de gewraakte 5 ton verminderd kan worden,de gemeente de zaak moet slikken. De Maatschappij heeft echter de gemeente in een dwangpositie gedrukt. Spreker verzoekt antwoord op de gevraagde inlichtingen. De heer Vermeulen heeft getracht de belangrijke stof door te werken en zich terzake een oordeel te vormen. Spreker is het eens met de gevoerde correspondentie.Hij kan de gedachte niet van zich afzetten,dat de Maatschappij op de gemeente een niet-goed-te-praten pressie uitoefent om meer gelden te verkrijgen,dan redelijk is. Spreker vindt de exploitatie-opzet in de nota geflatteerd. De cijfers,die op een andere plaats in het rapport vermeld staan,geven een belang rijk minder aantal aansluitingen dan 6000 weer. Het is een vraag of inderdaad per jaar voor de Bredase gemeenschap een voordeel van .9500.-bereikt zal worden. Indien besloten wordt de concessie over te nemen,dan gaat de gemeente eigenlijk werken in een richting,die omgekeerd is aan die,welke gekozen is bij de electrifi- catie van de onrendabele gebieden. Nu zal de gemeente voor minder dichtbevolkte centra meer kosten moeten betalen, terwijl bepaalde dichtbevolkte centra gesplitst moeten worden.Spreker weet niet of de weg die thans wordt ingeslagen,wel de juiste is. Hij is tot op heden met zich zelf nog niet tot overeenstemming kunnen komen. In de discussies is ook betrokken het wetsontwerp op de drinkwater-voorziening het geen een product is van het Departement van Sociale Zaken.Dit ontwerp belicht voor al de sociale zijde van de drinkwater-voorziening of met andere woorden het wetsont werp richt zich naar de volksgezondheid doordat gebieden,die geen rendabele exploi tatie kunnen opleveren toch van leidingwater voorzien worden. Is het thans wel het juiste moment tot de onderhavige transactie te besluiten,aan gezien 1) het wetsontwerp nog geen wet is en 2) het besluit grote lasten ten gevolge heeft,die ook betrekking hebben op mêêr dan het over te nemen gebied.terwi.il de gemeente in de toekomst misschien tot samenwer king wordt gedwongen,zodat deze uitgaven dan voor niets zijn gedaan tengevolge waar van teruggekomen moet worden op de stap,die thans gezet gaat worden?De urgentie van deze zaak is gelegen in het feit,dat de Maatschappij vóór 1 Augustus 1951 terzake een antwoord wil hebben.Na die datum zal ze indien Breda niet tot overneming van het concessie gebied besluit,overgaan tot het doen van investeringen.De Gemeente zou desnoods de Centrale Overheid er op kunnen wijzen,dat het in verband met het alge meen belang onjuist is,dat 2 organen op deze wijze met elkaar van gedachten wisselen en zaken doen,met andere woorden dat het in verband met het algemeen belang onjuist is dat door de N.W.Brabantse Waterleidingmaatschappij investeringen gedaan worden,ter wijl Breda voldoende capaciteit heeft om bedoelde gebieden van leidingwater te voor zien. Spreker is er dus niet zo bevreesd voor,het op de fatale datum te laten aankomen. Dat uiterlijk op 1 Augustus a.s.terzake een beslissing genomen moet zijn,wordt door hem zodanig niet aangevoeld. Zouden de door de Maatschappij aangekondigde investeringen plaatsvinden,dan doet zich bij spreker nog de vraag voor of deze Maatschappij daarmede wel zal slagen en of de dwangpositie,waarin de gemeente meent te verkeren,wel aanwezig is.Spreker is het over een en ander met zichzelf nog niet eens.Hij heeft er bezwaar tegen,dat het bedrag van .5.00.000.-door de Maatschappij gefixeerd is,terwijl geen specifica tie van dat bedrag verstrekt wordt.Aan de andere kant is het in verband met de alge mene ontwikkeling van de watervoorziening dubieus of de gemeente zich in de goede richting beweegt. Wethouder van Houten wil op de eerste plaats herhalen,dat de onderhavige kwestie hem zwaar op de maag ligt. Het 3e rapport van Prof.Krul is het laatste rapport.Bij het 2e rapport eiste de N.W.Brabantse Waterleiding Maatschappij reeds 5 "ton meer.Professor Krul heeft ter zake in November zijn eindrapport uitgebracht.Het College heeft toen lang geaarzeld

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 552