over te gaan.Deze heer heeft zich afgevraagd of door het tot stand komen van bedoel de wet Breda het gebied van de N-W-Brabantse Waterleiding Maatschappij niet bij haar gebied zou kunnen krijgen. Spreker betwijfelt zulks.Naar sprekers mening zal men eerder het Breda's gebied over- nemen.Daarom is het van belang v6ór 1 Augustus a.s.een te slissing te nemen. De Maatschappij wil bovendien met de bouw van een nieuw pompstation beginnen. Zij tracht niet alleen haar gebied te behouden maar ook Breda's gebied erbij te trek ken. Spreker is van centralisatie bang,daar Breda dan niets meer te zeggen heeft,terwijl spreker straks graag nog baas in eigen huis wil zijn.Naar sprekers mening is van een nauwere samenwerking geen sprake.Spreker vraagt zich af of Breda straks nog wel iets te vertellen zal hebben,als haar gebied opgeslokt is. Binnen een kort termijn moet de Raad terzake een beslissing nemen.Hij heeft deze zaal daarom uitvoerig toegelicht. Bij overneming is het gehele gebied exploitabel,indien het tarief met 3 cent per m3 wordt verhoogd. Spreker wil het verschil in tarieven tussen Breda en de N.W.Brabantse Waterleiding Maatschappij aantonen aan de hand van cijfers,die hij reeds lang in bezit heeft. In 1948 zijn reeds alle woningen,die water betrokken van de ït-W-Br .Waterleiding Mij, bezocht.Daarbij is op schrift gesteld de huur der woningen,het aantal vertrekken en de kwartaalkwitanties. Spreker heeft een lijst,waarop 25 van dergelijke gevallen vermeld staan,voor zich liggen. Hierbij is geen rekening gehouden met de verhoging der tarieven op 1 Januari 1951» In een perceel aan de Generaal van der Plaatstraat moest de bewoner ƒ.33,60 betalen voor 84 m3 water.Hierin was de meterhuur verdisconteerd. In Breda zou men voor 40m3 water meterhuur ƒ.14.10 moeten betalen.De bewoner van genoemd perceel zou in Breda voor een gelijke hoeveelheid water ƒ.25,40 moeten beta len-* Spreker geeft nog een tweede voorbeeld. De bewoner van een perceel in het Westeinde moet per jaar voor 60m3 water aan de Maatschappij ƒ.21,80 betalen.In Breda zou deze bewoner voor een gelijke hoeveelheid water ƒ.9 20 moeten betalen. De heer Toxopeus vraagt hoe de geschetste situaties in Breda zouden zijn,indien het tarief met 3 cent wordt verhoogd. Wethouder van Houten antwoordt,dat het tarief dan nog veel lager ligt,dan bij de Maatschappij. Bovendien heeft de N.W.Br.Waterleiding Mij op 1 Januari 1951 het tarief verhoogd met ƒ.1,80,waarvoor ze van de prijsbeheersing toestemming verkreeg. De moeilijkheid van het bepalen van de tarieven van de N.W.Br.Waterleiding Mij is gelegen in het feit,dat men niet weet op welke wijze ze bepaald moeten worden.Het College heeft deze Mij.gevraagd hoe ze aan de herziene kadastrale huurwaarde komt, doch het mocht hierop geen antwoord ontvangen.Vergelijkt men de vastgestelde huur waarde voor het Bredase concessiegebied met die voor Hoeven,dan betalen de Bredase bewoners veel meer. Bij de uitbreiding van het pompstation is rekening gehouden met overneming van het concessiegebied .De capaciteit van het station is van 400 m3 water per uur tot 800m3 gestegen,zodat het thans een over-capaciteit bezit.Bij ovememening van het conces siegebied zal aan de over-capaciteit zeker een einde komen,aangezien zich in dit gebied grootverbruikers bevinden,Het is echter nog steeds mogelijk het pompstation te Ginneken in te schakelen.Bij inschakeling zal een watersuppletie van 30m3 per uur nodig zijn.De capaciteit van dit station bedraagt echter 90 m3 per uur,zodat hieraan ruimschoots voldaan kan worden. Slechts de toevoerleiding naar Princenhage moet verzwaard worden.Iotdat deze gereed is,is een watersuppletie van de N.W.Br.Waterleiding Mij.vereist .Deze watersuppletie zou geleverd moeten worden tegen een tarief van 4 ct.per m3.De verzwaring .der lei ding kost ƒ.70.000.-Door deze verzwaring is ook de watertoevoer bij brandVerzekerd Spreker herhaalt,dat de gemeente zich in een dwangpositie bevindt.Het is niet moge lijk thans met de Mij.nog nader in overleg te treden. De nota van Burgemeester en Wethouders gaat uit van het tweede rapport.Indien de Raad tot overneming van het concessiegebied besluit,dan zal nog over de wijz e van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 554