betaling overleg gepleegd dienen te worden.
Het is moeilijk voor een dergelijk bedrag,indien het direct volledig betaald moet
worden, een geldlening te sluiten.
Het blijft de N.W.Br.Waterleiding Mij.misschien wel hetzelfde,wanneer de gemeente
bij haar het vereiste bedrag leent en dan jaarlijks aflost.
De Voorzitter merkt op,dat in deze zaak toekomstige onzekerheden verscholen zitten.
De Raad moet bezien of de koek al dan niet te duur is.
Spreker wenst geen speculatieve zaken te doen.Hij zou zich dus willen abstraheren
na een wet,die er nog niet is.
De heer Verne.tien vindt het beestachtig,dat die Mij .investeringen zou doen,terwijl
Breda een oven-capaciteit bezit.Spreker wil Ged.Staten hierop attenderen.Maar ook
spreker zou deze onzekerheid willen weglaten.
Wel zal ten slotte moeten worden bepaald of door de N.W.Br.Waterleiding Mij resti
tutie zal moeten plaatsvinden.Het is belachelijk,dat die Mij.winsten maakt,terwijl
Breda met een last van ƒ.60.000.-zit.Over een eventuele tariefsverhoging wil spreker
niet veel zeggen.Wat zal de gemeente met de tarieven doen,als ze in geldnood geraakt
Binnen 10 jaar zullen er nog wel andere dingen gedaan moeten worden.
Al die onzekerheden wil spreker echter loslaten.De vraag is of de overneming van
het concessiegebied met 2 millioen gölden al dan niet te duur is betaald.Voor het
antwoord op deze vraag is advies ingewonnen van de gemeente-accountant.Deze heeft
gezegd,dat er in deze zaak niet veel muziek zit,doch dat het gebied toch maar over
genomen moet worden.Door de overneming worden bovendien de bestaande moeilijkheden
opgelost.Daarom hebben Burgemeester en Wethouders ten slotte in de overneming toe-
ge stemd
Spreker heeft de indruk,dat de N.W.Br.Waterleiding Mij denkt dat deze zaak een
melkkoe is.Zodoende weet hij niet of ze de gestelde voorwaarden zal accepterenjte-
meer daar zij ook niet het kapitaal in handen krijgt.Ten slotte zou spreker aan de
N.W.Br.Waterleiding Mij willen mededelen,dat de gemeente zich gedurende een ter
mijn van 2 maanden aan de door haar gedane offerte gebonden acht.
De heer Vermeulen wil ingaan op hetgeen door Wethouder van Houten is betoogd.Het
is niet geheel juist,dat de bewoners van het concessiegebied van de eventuele over
neming voordeel zullen hebben.Zoals de exploitatie-opzet is,zal de Bredase gemeen
schap er ƒ.9500.-per jaar voordeel aan hebben.Het blijkt,dat niets anders geschiedt,
dan dat de te betalen kosten gedurende een termijn van 40 jaar over de gehele gemeen
te wordt uitgesmeerd.
Wat de artikelen 5 en 24 van de concessievoorwaarden betreftmerkt spreker op geen
jurist te zijn.Hij ziet echter geen verband tussen deze beide artikelen.
De leidingen behoeven niet overgenomen te worden.Volgens art.26 moet de N.W.Br.
Waterleiding Mij alle leidingen verwijderen en de straten weer herstellen.
Hiermede is geen klein bedrag gemoeid.
De Voorzitter antwoordt,dat,indien overneming niet zou plaatsvinden,de gemeente
zeker in 1968 de concessie zou opzeggen.Of de rechter de gemeente in deze zaak zou
volgen,is een open vraag.
De gemeente kan zeggen:"Nu beginnen buizen te leggen",doch het is niet zeker,dat
ze het daaruit voortvloeiend conflict zal winnen.
In acten bevinden zich meestal fouten,die bij een eventueel conflict aangegrepen
moeten worden.De gemeente-advocaat heeft gezegd,dat het kan vriezen of dooien.
De heer Vermeulen heeft in de correspondentie nog gelezen,dat het concessiegebied
in groot-Breda de kurk is,waarop de N.W.Br.Waterleiding Mij drijft.Breda neenrt dus
thans die kurk weg.Naar sprekers mening zal in verband met de wet op dé drinkwater
voorziening het gebied aan Breda toegewezen worden,indien er ter plaatse een Mij.
be staatsie niet in staat is haar sociale taak uit te voeren.
5-