-3- De heer Jongbloed vindt het advies van de Inspecteur belangrijk.Ook spreker kan daarmede instemmen.Hij heeft ook een kennismaking op prijs gesteld,omdat hij daardoor wist op v/ie hij zou stemmen.De indruk van deze kennismaking zegt toch wel iets. De heer Toxopeus heeft een stukje van de sluier,die de onderhavige kwestie omhult,op gelicht. Spreker heeft hem begrepen.Deze heeft heeft bezwaar tegen afvloeiing van leerlingen. Dit bezwaar bestaat echter slechts in theorie.Komt in Breda een Christelijk Lyceum tot stand,dan zal afvloeiing zeker plaatsvinden. Ook heeft de heer Toxopeus ter sprake gebracht de brief van bedoelde professor.Inder daad meent die professor Dr.Broos boven Dr.Sluiter te moeten stellen. Over de opmerking van de heer Brinkerhof behoeft spreker niet veel te zeggen. Het College huldigt het standpunt,dat de beste candidaat benoemd moet worden. Dit standpunt geldt trouwens voor alle vacatures.Zou de Baad een Directeur van Open bare Werken benoemd hebben,die voor zijn tank niet berekend was,dan zou zulks fout zijn geweest. Indien de niet-katholieke candidaat de beste is,dan dient die candidaat benoemd te worden.Het College heeft gemeend de adviezen van de Inspecteur en het Curatorium ge deeltelijk te moeten volgen,omdat het advies van het Curatorium afwijkt van dat van de Inspecteur. Het College meende diens voorstel n.l.ora Dr.Broos nummer één van de aanbeveling te plaatsen,te kunnen overnemen. De Voorzitter meent - met Wethouder Meijs-,dat de houding van het Curatorium niet gelukkig is geweest.De Inspecteur heeft Dr.Broos nummer 1 gesteld.Deze Inspecteur is katholiek. Spreker heeft naar deze voorkeur geïnformeerd. Hierbij bleek,dat deze voorkeur aan geen twijfel onderhevig was. Burgemeester en Wethouders lieten de candidaten ter kennismaking komen,waarna zij van mening waren,dat Dr.Broos als nummer 1 op de aanbeveling geplaatst diende te worden. Ook spreker meent,dat Dr.Broos boven de anderen uitsteekt.Het Sted.Gymnasium bevat voor 90i° niet-katholieke leerlingen.Bij welke rector doen de ouders hun kinderen het liefste op school? Zou niet de juiste man gekozen worden,dan zal een bepaalde bevolkingsgroep zich in eai hoek gedrongen gevoelen. Spreker heeft de laatste tijd geconstateerd,dat de politieke verhoudingen zich in deze gemeente verseterpen.Het vindt dat jammer,daar hij vóór de vrede is.Hier is echter niet van een politieke benoeming sprake.Zou de Baad een bepaalde bevolkings- groep een tik geven,dan zal dat spreker pijn doen.Bovendien zal dat de vrede geen goed doen.De vijand staat slechts 200 k.m.van de grenzen,terwijl de armoede voor de deur staat. Grote rijkdom zowel als armoede maken een huwelijk stuk^preker wil het hier bedoelde huwelijk niet laten stranden.Burgemeester en Wethouders zijn van oordeel,dat Dr. Broos de beste is.Thans wil spreker zijn hart uitstorten.Spreker vraagt zich af hoe de Katholieken in het Noorden hetzcuden vinden indien men daar in een bepaalde func tie een niet-Katholiek zou benoemen,ofschoon een katholieke candidaat beter was. Als de Baad anders doet,dan voorgesteld is,dan zal hij een voor ploegen,waarvan niet veel goeds geoogst zal worden. Spreker heeft niets aan ruzie en actie;hij moet de vrede bewaren. Het Curatorium is een achtbaar College.Indien tengevolge van de benoeming het Cura torium ontslag neemt,dan zal daarvoor wel een ander in de plaats komen,maar de voor is geploegd. Spreker is de Ambassadeur voor de gemeenten in den Haag,waarvan de tonnen moeten ko men,die de gemeente nodig heeft. Breda wordt"het Haagje uit het Zuiden"genoemd.Die naam moet Breda behouden. Zou de Raad anders besluiten,dan Burgemeester en Wethouders en het Curatorium voor stellen,dan zou daarmede de gemeente geen dienst bewezen worden. Verdraagzaamheid is voor de gemeente van groot belang.Men moet een offer weten te brengen en een ruim standpunt kunnen innemen. De rector van het Stedelijk Gymnasium heeft niets met politiek te maken.Zit aan de ze benoeming een bij smaakje,dan wordt daardoor de gemeente geen dienst bewezen.De Baad zal wijs doen Dr.Broos te benoemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 560