De heer Veldkamp stelt er prijs op in te gaan op hetgeen door de Voorzitter en de heer Toxopeus naar voren is getracht. De heer y.oycpp^us heeft opgemerkt,dat de bevolking van het Gymnasium hoofdzakelijk uit niet-katholïeken bestaathetgeen voor deze een argument is,een niet-katholieke rector te benoemen.Bovendien heeft men hier te doen met een openbare school,zodat de bekwaamste candidaat benoemd moet worden. Spreker wil hieraan verbinden de opmerking van de Voorzitter,dat deze school bezocht wordt door een bepaalde bevolkingsgroep met een bepaalde kleur.Spreker is het daar mede niet eens.Hier is sprake van een openbare school en een dergelijke school weet zich niet geleid door een bepaalde groep. Wel zijn de leerlingen in hoofdzaak niet-Katholiék,maar toch is deze school niet voor een bepaalde bevolkingsgroep in het leven geroepen. De heer Toxopeus heeft medegedeeld,dat men een Christelijk Lyceum wil oprichten.Dat klinkt spreker warm in de oren,daar hij een voorstander is van het bijzonder onder wijs. De heer Toxopeus vreest,dat de leerlingen van het StedGymnasium naar het Chr.Lyceum zullen gaan,indien een katholiek als rector wordt aangesteld. Naar sprekers mening zal zulks toch wel geschieden,ook al wordt er een niet-katholiek tot rector benoemd. Daartegenover kan de Katholieke raadsfractie bevreesd zijn,dat,indien een katholiek tot rector wordt benoemd,leerlingen van het Lyceum naar het Sted.Gymnasium zullen overgaan. De heer Stubenrouch heeft gezegd,dat het voorstel niet aangehouden behoefde te wor- den,omdat de Raad het oordeel van de Inspecteur kende.De heer Stubenrouch bedoelde hiermede het gehele advies,dus ook,dat ook andere candidaten voor het rectoraat ge schikt waren.Inderdaad hebben de raadsleden de candidaten geen les zien geven.Hij wil hierbij echter opmerken,dat de Inspecteur Dr.Sluiter niet ongeschikt acht voor het rectoraat. De heer Toxopeus zegt ±o± op Dr.Broos te zullen stemmen,aangezien deze beter is.Wordt Dr.Sluiter benoemd,dan geschiedt zulks,omdat deze katholiek is.Naar sprekers mening is dat niet juist.Wordt Dr.Sluiter benoemd,dan doet de Raad dat op de eerste plaats, omdat deze bekwaam is. Het gaat hier niet om een politieke figuur maar om de persoon. De heeft gevraagd hoede katholieken zich in het Noorden zouden gevoelen. Als men "daar'op gelijke wijze zou handelen.De katholieken zouden dat geenszins pret tig vinden maar zij worden daar van bepaalde posten geweerd,zodat het aanbeveling verdient op bepaalde posten ook eens een katholiek te benoemen. In het verleden is het rectoraat eveneens door een katholiek waargenomen.Het gaat hie: om de juiste candidaat voor deze functie. Spreker wil hierbij opmerken dat de Voorzitter het zich verscherpen van de politieke verhoudingen in het geding heeft gebracht.Ook hij ziet een dergelijke verscherping niet graag. Enige tijd geleden is bij het benoemen van een leraar in de Duitse taal slechts door zijn fractie op nummer 1 der aanbeveling gestemd.Deze candidaat was katholiek. De overige fracties hebben toen op bedoelde candidaat hun stem niet uitgebracht.Spre ker wijst hierop,dat,indien de verhoudingen zich verscherpen,de K.V.P.niet het odium hiervan zou willen hebben. Het is bij geen enkele benoeming de bedoeling een bepaalde bevolkingsgroep in een hoek te drukken.De K.V.P.is niet zo onverdraagzaam.Daarom is ook een niet-katholieke lerares tot conrectrice van het Gymnasium benoemd. Wordt een katholieke candidaat tot rector benoemd,dan kan men elders ook eens de hand in eigen boezem steken.Indien het Curatorium tengevolge van deze benoeming ont- slag neemt,dan draagt dat College daarvan de verantwoording. De heer Toxopeus merkt op,dat de heer Veldkamp heeft gezegd,dat ook katholieke leer lingen het Gymnasium bezoeken.Breda kent echter een Lyceum,zodat het aantal katho lieken op het Gymnasium slechts gering is.Zulks is niet het geval,omdat de rector

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 561