- 4 per stuk veel te hoog.Ook verwacht hij niet,dat de banken er veel voor zullen voelen®Hij zal het echter nog wel eens in bespreking brengen.Het is hem overi gens niet bekend,dat in andere gene enten obligaties van ƒ.25.-zijn uitgegeven. Misschien wel bij wijze van afbetaling of bij onderhandse leningen.De lenings voorwaarden van Vlaardingen staan weer tegenover die van Arnhem:men kan na tuurlijk verschillende modaliteiten zoeken,maar het lijkt spreker niet ver standig zich aan experimenten te wagen Wat de samenwerking met de banken betreft,wil spreker de heer Jongbloed er op wijzen,dat een premie-lening alleen via de banken kan worden uitgegeven. Deze moeten dan de gehele lening overnemen,want als de lening niet in zijn geheel is geplaatst,rij zen er later moeilijkheden met de premies.Ook bij een obligatie-lening is het raadzaam de banken in te schakelen.Wanneer deze er afwijzend tegenover staan,wordt de kans op succes zeer verkleind.Het is nodig, dat zij hun clientèle welwillend adviseren. De heer JONGBLOED vraagt,of voor deze medewerking der banken provisie ver schuldigd is.Wanneer op de burgerzin van de bevolking een beroep wordt gedaan om op de lening in te tekenen,zou hij het waarderen,indien van de banken de burgerzin werd gevraagd om van de provisie af te zien. Wathouder MEIJS antwoordt,dat hij dit standpunt niet lean delen.Hij ziet niet in,waarom men aan de banken niet de provisie zou willen betalen,terwijl de andere kosten-bijvoorbeeld aan de drukker,voor advertenties aan de pers enz.- toch ook op normale basis worden vergoed.Daarnaast moet men niet vergeten, dat het te verwachten valt,dat de creditsaldi van de banken zullen dalen,het geen hun dus rente-verlies oplevert.Waar bovendien een welwillende houding van de banken voor het slagen van de lening nodig is,zou spreker niet graag de suggestie van de heer Jongbloed overbrengen. De VOORZITTER zegt,dat aller medewerking voor deze lening nodig is.Hij meent begrepen te hebben,dat de Baad ermede accoord gaat,dat het plan nader wordt uitgewerkt en dat daarover contact met de banken wordt opgenomen. Eventuele nadere suggesties uit dc Raad zullen door Burgemeester gaarne wor den vernomen en critisch worden be zien.Uiteraard is thans een voorlopige be spreking gehouden,waarover vooralsnog geheimhouding past. Ontijdige berichten in deze kunnen de zaak maar schaden. De Raad besluit omtrent deze bespreking de geheimhouding op te leggen. De Voorzitter deelt nog mede,dat de mondelinge behandeling van de begroting is uitgesteld tot na 1 Januari 1952. De heer VELDKAMP vraagt zo mogelijk een ruime speling tussen de memorie van antwoord van Burgemeester en Wethouders en de eerste vergadering. De Voorzitter zegt dit toe.Hij kan echter thans nog niet de datum van de monde linge behandeling vastleggen.Deze zal tijdig worden bekend gemaakt»

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 565