voor de rest van de verlichting,die tijdelijk zal zijn, Omtrent het door de Stichting aan de gemeente te betalen bedrag als bijdrage in de kosten voor de aanleg van de permanente verlichting kan spreken geen zeker heid geven.Hij denkt wel dat de Stichting dit ook zal billijken,doch over de hoexgrootheid van het bedrag kan hij thans geen enkele toezegging doen. De heren JONGBLOED EN VELDKAMP zouden toch wel graag zien dat er enige bedragen genoemd werden. De heer VERMEULEN is van mening dat het bedrag er eigenlijk weinig aan af doet. Het blijft toch een kwestie van broekzak - vestzak. De heer JONGBLOED zegt dat hij er toch wel op staat,dat, als de gemeente de be treffende verlichting aanbrengt,de Stichting aan de gemeente betaalt wat zij anders voor de huur van een verlichting moet uitgeven. De heer MR.VAN WOENSEL zegt in deze niet deskundig te zijn en niet precies weet hoe de verhouding van de verlichting van pergola,vijver en fontein ligt ten op zichte van de gehele verlichting .Spreker denkt dat het niet goedkoop zal zijn. Hij wil eerst over een en ander eens denken,doch hij vermoedt dat een bedrag van f.10.000.- wel aan de lage kant zal zijn. De heer KRAMERS zou het bedrag van f.10.000.- gaarne als minimum gesteld zien. Mn? De heer "TAN WOENSEL stemt met het bedrag van f.10.000.- als minimum in, De heer K0ERTSHUIS zegt dat, als de permanente verlichting f.55.000.- en de tijde lijke verlichting f.35.000.- zal kosten,de meer kosten f.20.000.- zullen bedragen, indien echter de permanente verlichting de gehele tijdelijke verlichting zou vervangen. Dit is echter niet zo,want de tijdelijk verlichting voor de vijver, fontein en pergola zullen ongeveer f.15.000.- bedragen,zodat de permanente feestverlichting voor de gemeente f.40.000.- zal bedragen.Dit acht spreker wel een hoog bedrag. De heer VERMEULEN constateert dat er dus naast de verlichting van f.55.000.- nog een verlichting van f.35.000.- nodig zal zijn,zodat de verlichting totaal op f.90.000.- komt te staan.Hi eraan kan spreker zijn mede werking niet verlenen. De VOORZITTER stelt voor het voorstel van burgemeester en wethouders om in het Valkenberg een permanente parkverlichting aan te brengen, in stemming te brengen. De heer VERMEULEN vraagt of deze kwestie later niet meer in een openbare verga dering komt. De VOORZITTER antwoordt dat in September 1952 deze aangelegenheid opnieuw aan de orde komt,wanneer het bedrag vaststaat. De heer JONGBLOED acht het echter niet wenselijk om in deze besloten vergadering tot stemming over te gaan. De VOORZITTER stelt voor in openbare vergadering te stemmen: «K a.of de raad in principe bereid is,indien dit nodig mocht blijken,de pergola, waarvan de kosten worden geraamd op f.35.000.- van de Stichting over te nemen. b.of in het Valkenberg al of niet de voorgestelde permanente parkverlichting zal worden aangebracht. De Voorzitter sluit hierna de idering de voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 572