14 FEBRUARI 1951
63
Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
3a. Schrijven van de Directeur van de St. Fidelisvereniging,
waarbij deze dankt voor de nieuwe subsidie-regeling met deze ver
eniging.
Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen.
3b. Afschrift van een schrijven van de voorzitter van de vak
groep tussenpersonen in onroerende goederen afd'. West-Brabant en
Zeeland aan de Voorzitter van de Partij van de Arbeid te Breda in
zake toewijzing van nieuwbouw aan kleine gezinnen.
Ook dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen.
3c. Schrijven van het Bestuur der Stichting Paedagogisch Cen
trum te Breda, daarbij aanbiedende een financieel overzicht over
het jaar 1950 en een beknopt verslag der werkzaamheden.
De heer JONGBLOED heeft het verslag met belangstelling ge
lezen. Uit dit beknopte verslag blijkt, dat een zeer belangrijk bedrag
wordt toegelegd op het tijdschrift. Spreker heeft dit tijdschrift niet
bij de stukken gezien. Of in dit bedrag de abonnementsgelden be
grepen zijn, is hem niet bekend. Hij verzoekt de subsidiecommissie
hieraan bijzondere aandacht te besteden.
Zonder verdere bespreking wordt het schrijven voor kennis
geving aangenomen.
3d. Schrijven van Burgemeester en Wethouders inzake een aan
beveling ter benoeming van een heemraad voor de scheepvaart.
(Bijlagen 1951, no. 39).
De heer BRINKERHOF heeft de voordracht gelezen. Hierbij is een
vragenlijst gevoegd, waarin ook naar de godsdienstige gezindte van
de candidaten wordt gevraagd. Deze vraag komt hem overbodig
voor. Als een neutrale vereniging behoeft ze een dergelijke vraag"
niet te stellen.
De VOORZITTER antwoordt, dat men inderdaad soms te ver gaat.
Hierna verzoekt spreker de Raad tot stemming over te gaan.
Ingeleverd werden in totaal 30 stembiljetten, waaruit blijkt, dat
de heer Dr. Claudius Prinsen met algemene stemmen als No. 1 is
geplaatst op de aanbevelingslijst ter benoeming van een Heemraad
voor de scheepvaart.
3e. Schrijven van de heer Dr. G. A. Wetselaar, waarin deze
mededeelt zijn benoeming tot lid van het College van Curatoren
over het Gymnasium te aanvaarden.
Dit schrijven wordt onder dank voor kennisgeving aange
nomen.
3f. Schrijven van het College van Curatoren over het Gymna
sium, daarbij aanbiedende een voordracht ter voorziening in de va
cature in dit College, ontstaan door de periodieke aftreding van
de heer Mr. J. J. A. H. Houben.