14 FEBRUARI 1951 65 stelling' van een aanvullend crediet ten behoeve van het woonwagen kamp. (Bijlagen 1951, no. 41.) De heer RATTINK merkt op, dat het voor de Raad prettig zou zijn slechts eenmaal een volledig uitgewerkte begroting te ontvan gen. De Raad moet vanaf het begin weten waar hij aan toe is, zodat in de toekomst geen aanvullingsbegrotingen meer aangeboden die nen te worden. De VOORZITTER antwoordt, dat ook Burgemeester en Wethouders een dergelijke gang van zaken onprettig vinden, aangezien ze naar een juiste begrocingsopzet streven. De heer VAN DE NOORT vraagt of de raming niet aan de hoge kant is. Spreker vindt een bedrag ad 150.voor het plaatsen van 4 kachels zeer hoog. De heer BRINKERHOF merkt op, dat hierin begrepen is de leve- rnig van de nodige kachelpijpen. De VOORZITTER antwoordt, dat ook hij steeds schrikt van de hoge prijzen. Men dient er echter rekening mede te houden dat files veel geld kost. De heer VAN GILS vraagt wanneer het kamp geopend wordt, daar het reeds maanden gereed is. De VOORZITTER antwoordt, dat het op 1 Maart a.s. in gebruik wordt genomen. Mejuffrouw KOPPELAAR dankt naar aanleiding van het gezegde van de heer Rattink, de Raad voor de verleende aanvullende credie- ten, waardoor deze medewerking heeft verleend aan het beschavi.ig's- werk van deze bewoners. Nu men het terrein nog moet voorzien van een waterleiding is het misschien mogelijk, de leiding enkele meters te verlengen voor het aanbrengen van douches, aangezien anders straks nogmaals een aanvullend crediet verleend zal moeten worden. De stadsbewoner heeft alle accomodatie, maar ook de woon wagenbewoner heeft als mens daar evenveel recht op. Door de ver hoging van het staangeld betalen deze mensen voortaan 2.45 per week. In het belang van de hygiëne dringt spreekster erop aan, de leiding door te trekken om daardoor de algehele sociale toestand in het kamp beter te kunnen opvoeren, zulks niet alleen in het belang der bewoners zelf, maar ook van hen, die met deze mensen in aan raking komen. Het is momenteel niet mogelijk zich in het kamp te reinigen, daar hiertoe elke gelegenheid ontbreekt. De kosten kunnen weer vergoed worden door deze bewoners een bepaald bedrag per bad te laten betalen. Het is absoluut noodzakelijk een behoorlijke wasgelegenheid aan te brengen. Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat naar de mening van Mej. Koppelaar in het woonwagenkamp douchecellen aangebracht moe ten worden in het belang Van de hygiënische verzorging dier be woners. Volgens Mej. Koppelaar zouden wekelijks 40 woonwagen- kinderen van het badhuis in de Fellenoordstraat gebruik maken. Spreker heeft het een en ander persoonlijk gecontroleerd en is tot de conclusie gekomen, dat het maximum aantal kinderen, dat geduren de de laatste tijd per week het badhuis bezocht heeft 13 bedraagt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 65