66
14 FEBRUARI 1951
doch dat het gemiddelde aantal op niet meer dan 10 kinderen ge
schat kan worden.
Is het dan wel gewenst, dat de Gemeente grote kosten gaat maken
voor het aanbrengen van douchecellen?
Inderdaad moeten de kampbewoners voortaan meer staangeld be
talen, doch dat neemt niet weg, dat de getrokken vergelijking niet
juist is. Huren van 2.50 per week bestaan niet, maar indien zc wel
zouden bestaan dan zouden ze slechts gevraagd worden voor krot
woningen waarin alle comfort ontbreekt. Spreker meent dan ook
volkomen te moeten onderschrijven hetgeen door de heer Braakhuis
naar voren is gebracht; n.l. dat Breda in dit opzicht aan de spits
staat. Bovendien dient van Breda geen trekpleister voor woonwa
gens gemaakt te worden. Breda ontvangt zelfs van buitengemeenten
verzoeken staanplaats te verlenen. Op deze wijze groeit het kamp
uit tot een centraal-woonwagenkamp, hetgeen onjuist is. Spreker
meent dan ook terzake niet, verder te moeten gaan.
Mejuffrouw KOPPELAAR zegt, dat zij het door haar genoemde
aantal kinderen, dat wekelijks het badhuis bezoekt, niet heefc ge
controleerd. Men heeft haar echter medegedeeld, dat men met veel
moeite zover was gekomen, dat 40 a 50 kinderen per week het bad
huis bezochten. Zij is er van overtuigd, dat dit aantal nog opgevoerd
kan worden. Spreekster wil haar verzoek wijzigen in een voorstel.
De VOORZITTER zegt, dat in zijn jeugd moeder de kinderen in
de kuip deed, waarin ze dan met groene zeep werden gewassen. Hij
is genegen een kuip beschikbaar te stellen, daar de kosten voor het
aanbrengen van douchecellen niet onderschat moeten worden.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat in 80«/0 der Bredase
woningen geen douche aanwezig is. Daar worden de kinderen over
eenkomstig de door de Voorzitter geschetste wijze gewassen. Bo
vendien is een verwarmingsinstallatie voor douches zeer duur.
De heer VERHAAK zegt, dat door het stichten van een badhuis
in het Belcrumkwartier alle moeilijkheden worden ondervangen.
De VOORZITTER antwoordt, dat zulks tienduizenden guldens
kost. Daar dergelijke kosten veel te hoog zijn, is hij van mening dat
de kinderen maar in teilen gewassen moeten worden.
De heer KOERTSHUIS merkt op, dat de vergelijking toch wel
mank gaat. Wegens ruimtegebrek is het baden in een woonwagen
uitgesloten. Het is mogelijk, dat wethouder Van Houten het aantal
woonwagenkinderen, dat wekelijks naar het badhuis gaat, gecontro
leerd heeft op een tijdstip, waarop misschien veel minder gebruik
hiervan is gemaakt. Spreker doelt hierbij op de wintermaanden Hij
is van oordeel, dat een primitief huisje op zijn plaats is. Men zou
daarmede gebaat zijn.
Hij verzoekt dan ook de bewoners een eenvoudige badgelegenheid
te verstrekken.
Mejuffrouw KOPPELAAR stelt de Raad voor in het woonwagen
kamp een eenvoudige badgelegenheid te doen aanbrengen.
De heer TOXOPEUS meent, dat de omvang van het crediet voor
de aanleg van douchecellen thans niet beoordeeld kan worden.
Indien in het kamp geen warm water aanwezig is dan zullen alle
gebruikers longontsteking krijgen. Volgens spreker gaat het voor-