74 14 FEBRUARI 1951 Op Bladz. 2 ad 2 van het prae-advies wordt gesproken over „be handelen". Ik denk, dat we hieronder moeten Verstaan „een advies of een advies tot behandeling", waarbij het woord „advies" niet al te eng- genomen dient te worden. Onder „advies" versta ik dan b.v. een aansporing tot versterking van de wil van het kind, raad gevingen en psychische beinvloeding door de psychiater, maar b.v. niet, nodig geacht spraakonderwijs, electrische of andere behande ling enz. Ik ben overtuigd, dat dit niet de bedoeling is, doch zou toch liever „een advies of een advies tot behandeling" willen ver meld zien. Ad. 3. Het is hier ongeschreven de bedoeling- de schoolarts intens in te schakelen. ad. 4. Dit kan m.i. vervallen omdat dit niet tot het werkgebied van een M.O.B. behoort, ad. 5. Dit is voor mij en voor vele raadsleden een teleurstelling en wel, omdat uiteindelijk het zeer vele, dat gewonnen wordt door een M'.O.B. verloren gaat, indien er geen nazorg be staat. U zegt zelf, Mijnheer de Voorzitter, op bladz. 3 van het prae-advies, dat nazorg de krankzinnigengestichten ontlast, hetgeen tot vermindering van de ter zake door de gemeente te betalen verpleegkosten zal leiden, terwijl U hier deze zaak laat rusten, ofschoon ze van veel belang is. U heeft reeds B..L.O. scholen in de gemeente. Het toezicht op de B.L.O. scholen valt onder het M.O.B. Waarom de laatste stap niet wordt gezet is mij een raadsel. De krachten voor de nazorg zijn beschikbaar; de kosten zijn gezien het grote belang voor Breda niet hoog, n.l. 4000.a 5000.In totaal zouden voor Breda e.o. twee werkers nodig zijn, hetgeen jaarlijks een uitgaaf van 8000.betekent. Indien de kosten der nazorg gedragen worden door de gemeente, waar het desbetreffende kind woonachtig is, dan zal ongeveer de helft der totale kosten ad 8000,voor rekening van de omliggen de gemeenten komen. Het Wlt-Gele Kruis is graag bereid de nazorg als inhaerent deel onmiddellijk ter hand te nemen. Het is mij daarom niet duidelijk, waarom zulks niet wordt voorgesteld. In het prae-advies wordt ge sproken over „volledig functionneren". Indien u hieronder verstaat „volledig inlopen" dan zou ik ook hiermede genoegen willen nemen, eventueel met het verzoek, dat Burgemeester en Wethouders in Juli of Augustus van dit jaar de Raad een Voorstel in deze zin voor leggen. Op blz. 3 van het prae-advies zegt u, mijnheer de Voorzitter, dat het M.O.B. de nazorg als een der voorname taken dient te be schouwen, omdat dit uiteindelijk tot vermindering der verpleeggel- cTen in krankzinnigengestichten zal leiden. Vanzelfsprekend ben ik het hiermede eens, doch zeker zo belangrijk vind ik het, dat in ruime mate bijgedragen wordt tot verheffing van het geestelijk peil van ons volk. Immers, dat in de tegenwoordige tijd en juist onder de kinderen, die de lagere scholen en de daarop volgende jaarklassen bezoeken, zoveel zedendelicten voorkomen, terwijl er dikwijls grote onverschilligheid bestaat tegenover de zedelijke normen, is wel een bewijs van de grote nood, waarin deze leeftijdsgroepen verkeren. In dit verband vernam ik ook, dat de Justitie met zeer veel belang stelling deze voorstellen volgt en ze ziet als een belangrijke stap voor de geestelijke gezondheid der jeugd. Ik hoop, mijnheer de Voor zitter, dat de aanneming van dit prae-advies en de in werking tre ding van het eerste M.O.B. in Noord-Brabant moge leiden tot direct voordeel voor de in aanmerking komende kinderen en jeugdige per sonen en dat het geheel mag bijdragen tot meer arbeidsgeschiktheid en meer arbeidsvreugde tot materieel en moreel voordeel van stad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 74