14 FEBRUARI 19bl
79
B.L.O. aan het einde van het eerste schooljaar op grond van
observatie en wetenschappelijk verantwoorde tests, zodat cieze
voor kind en onderwijs zo belangrijke beslissing niet langer af
hankelijk zal behoeven te zijn van toevallige inzichten, of van
opvattingen, die het wezen van de zaak niet raken (leerlingen
tal e.d.)
2. door hetzelfde team van deskundigen, dat in de school-hygiëni-
sche dienst samenwerkt en dat dus elk schoolkind in de loop
van zijn schoolleeftijd leert kennen en over de volledige gegevens
van zijn lichamelijke en geestelijke gezondheidstoestand be
schikt, aan het einde van de schoolperiode het verdere leer-
advies c.q. beroepsadvies kan worden gegeven.
Bij het beantwoorden der sprekers wil hij op de eerste plaats een
punt uit het betoog van de heer Jonglbloed behandelen.
Hierin vraagt deze of het gezien de grootte van het subsidiebedrag
Burgemeester en Wethouders voorbij gaat, dat de gemeente in
financiële moeilijkheden verkeert. Aanvankelijk hadden Burgemees
ter en Wethouders bedenkingen, die niet gericht waren tegen de
aard van het werk, maar wel tegen de hoge kosten.
Het eerste verzoek van het Wit-Gele Kruis werd afgewezen, om
dat de opzet het gemeentebestuur voor de consequentie plaatste een
belangrijk groter bedrag te besteden. Het College hield daarbij
rekening met de ernst van de gemeentelijke financiële toestand. Er
is toen een bespreking gevoerd met een bestuurslid van het Wit-
Gele Kruis, waarbij gewezen is op de grootte van het gevraagde
bedrag, dat van de zijde van het College tegenkanting ontmoette.
Men is daarna met een nieuw voorstel gekomen, dat door het Col
lege acceptabel werd geacht, zodat met starten niet langer getalmd
behoefde te worden.
De heer Verhaak heeft gesproken over de terminologie
van punt 2 op bladz. 2 van het prae-advies. Spreker moet
hierin de heer Verhaak gelijk geven, aangezien de door deze
naar voren gebrachte omschrijving beter is. Hierbij dient echter niet
uit het oog verloren te worden, dat het tot stand' brengen Van iets
nieuws veel moeilijker is dan het voortzetten van iets wat reeds is
gevestigd. Aan een nieuwe zaak moet in de beginne nog geschaafd
en getimmerd worden, omdat met allerlei factoren rekening' ge
houden moet worden. De bijkomstigheden dienen thans opzij gezet
te worden, doch slechts de grote lijn moet beschouwd worden om te
kunnen concluderen of men in principe voor of tegen het prae-
advies is. Het is de bedoeling deze zaak breed op te zetten, eerst dan
kan deze organisatie dusdanig uitgroeien, dat ze de toets der critiek
kan doorstaan en het kind er iets aan heeft.
Beroeps- en studieadviezen zijn nuttig, doch het gieven van der
gelijke adviezen is echter te beschouwen als een neventaak van het
M'.O.B. Het is echter zeer wel mogelijk, dat deze neventaak een be
langrijke bron van inkomsten betekent voor dit Bureau.
Zij, die aan de bestaande bureaux advies willen vragen moeten
hiervoor belangrijke kosten betalen, waarvoor men vaak terug
schrikt. Het is daarom zeer gewenst, dat men gebruikt kan maken
van een instituut, dat groot financieel voordeel biedt. Bij het be
palen van het tarief zal rekening worden gehouden met de minder
en minst draagkrachtigen. De nazorg is een zeer belangrijk punt.
Getracht moet worden belangrijke kosten daardoor voor andere doel
einden te voorkomen. De nazorg is niet alleen van belang voor de
persoon, maar ook voor de, gemeente in verband met het financiële
voordeel dat er door verkregen wordt.
Al is de heer Jongbloed niet zo enthousiast als de heer Verhaak,