19 FEBRUARI 1951
Tegenwoordig: Mevr. E. M. SLOT-PLATTEL, Mej. J. P. KOP
PELAAR, en de Heren: G. J. BRAAKHUIS, J. D. F. BRINKER
HOF, J. M. VAN BIJNEN, H. J. C. COSIJN, A. C. DIRVEN, Drs.
L. VAN EGERAAT, A. J. J. VAN GILS, N. W. C. VAN GISBER
GEN, A. VAN HAPEREN, H. J. VAN HOUTEN, A. JONGBLOED,
J. VAN KAMPEN, J. J. KAMPHUYS, L. J. F. KOERTSHUIS,
D. J. A. KRAMERS, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, F. H. M.
MOL, F. P. VAN DE NOORT, C. PEETERS, A. J. A. RATTINK,
A. P. ROMSOM, C. A. M. DE ROOS, Drs. G. C. STUBENROUCH,
C. A. H. VAN SWOL, Dr. G. M. J. VELDKAMP, Drs. O. G. E.
M. VERHAAK, J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHUREN, A. J.
WEZENBEEK.
Afwezig de heren: A. C. A. BREKELMANS, Mr. B. W. M.
DRION, C. VAN DEN EEDEN, Ir. J. M. SCHIJEN, Mr. E. H.
TOXOPEUS.
Voorzitter: de Heer Dr. CLAUDIUS A. PRINSEN.
Secretaris: de Heer Mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed
uit, waarvan de tekst is opgenomen in art. 8a van het Reglement
van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnengekomen van de heren: A.
C. A. BREKELMANS en C. VAN DEN EEDEN.
De VOORZITTER stelt voor de heer Brekelmans, die wegens
ziekte verhinderd is deze vergadering bij te wonen, bij brief de
beste wensen voor een spoedig herstel van zijn gezondheid te doen
toekomen.
De VOORZITTER zegt vervolgens, dat in een zeer kort tijds
bestek de gemeente een vierde ereburger is ontvallen. Het betreft
hier Zijne Hoogwaardige Excellentie Monseigneur P. A. W. Hop
mans, Bisschop van Breda, die spreker ook al in zijn functie van
burgemeester van Roosendaal lange jaren heeft gekend.
Bij deze Bisschop is hem vooral opgevallen zijn buitengewone
arbeidskracht en de correctheid in zijn werken. Brieven werden
steeds dezelfde dag beantwoord. De raad kan zich wel voorstel
len welke strenge richtlijnen deze man zich bij het werk moet
hebben gesteld. In zijn brieven gaf hij op de meest positieve wijze