19 FEBRUARI 1951
97
gronden in verband met de bouw van 25 woningen in het Montens-
bos. (Bijlagen 1951, no. 91.)
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot hernieuwde
vaststelling van de d.d. 10 November 1950 vastgestelde verorde
ning, houdende verbod tot het slachten van slachtdieren elders
dan in het openbaar slachthuis te Breda (Bijlagen 1951, no. 42).
Zonder verdere bespreking wordt het door de heer JONGBLOED
in de raadsvergadering van 14 Februari 1951 ingediende amen
dement inzake de redactie van artikel 1 van het concept-besluit
behoudens enkele kleine wijzigingen, aangenomen.
Dit artikel wordt mitsdien gelezen als volgt:
„Artikel 1
1. Het is verboden slachtdieren te slachten, elders dan in het
Openbaar Slachthuis.
2. Het verbod in lid 1 geldt niet:
a. voor het slachten van varkens, schapen en geiten, waarvan
het vlees bestemd is voor het verbruik door de eigenaar en
diens huisgenoten, in het door de eigenaar bewoonde perceel,
mits deze niet werkzaam is in het slagersbedrijf, in een
bedrijf ter verduurzaming of bereiding van vlees of vlees
waren en mits de eigenaar niet woont in een inrichting of
gesticht, uitsluitend of onder meer bestemd voor het ver
strekken van voedsel of waar zulks geregeld geschiedt;
b. in geval van doden in nood, waaronder hier hetzelfde wordt
verstaan als in artikel 3 der Vleeskeuringswet S. 1919, s.
no. 592.
3. Overtreding van het verbod in lid 1 wordt gestraft met hech
tenis van ten hoogste zes dagen of een geldboete van ten
hoogste f 25.
Overigens besluit de raad conform het voorstel.
16. Hierna stelt de voorzitter aan de orde de voortzetting van
de behandeling van agendapunt 16 luidende:
Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een verzoek
van de Provinciale Noord-Brabantse Bond van het Wit-Gele Kruis,
voor een gemeentelijk subsidie ten behoeve van een te Breda op te
richten medisch-opvoedkundig bureau (M.O.B.). (Bijlagen 1951,
no. 52).
De heer JONGBLOED licht zijn ingediend amendement nader
toe. Hij zegt dat de bedoeling hiervan is, dat de Raad geen ver
bintenis aangaat, die hem in volgende jaren zal binden. De Raad
moet geen subsidies voor meerdere jaren geven, mits hij het sub
sidie geeft voor één jaar en tot wederopzeggings toe. Men kan
het dan tussentijds opzeggen; het budgetrecht van de Raad wordt
dan niet te kort gedaan.
De VOORZITTER zegt, dat bij het onderhavige subsidie voor
het M.O.B. geen proef genomen kan worden.
De heer JONGBLOED legt de nadruk op „tot wederopzegging".
Volgens spreker houdt de Raad dan het budgetrecht in handen.