18 JANUARI 1951 9 Ik doel hierbij op de voorbereidingen, die getroffen werden voor het totstandbrengen van een organisatie tot bescherming van de bur gerbevolking. Volgens opvatting van de regering was deze organisa tie tot op heden een papierenorganisatie. Te verwachten! is echter, dat zij in het komende jaar een meer concrete vorm zal aannemen. God geve, dat zij nimmer in werking zal treden. Dit mag ons niet beletten de zorg van een goed huisvader te hebben. Op het slachthuis werd het afgelopen jaar minder vlees ingevoerd, dit in verband met het groter aantal slachtingen, dat in 1950 plaate vond. Wederom hadden slachtingen plaats voor de export naar Duitsland en Luxemburg, terwijl 73785 kg. vleeswaren naar Enge land werden uitgevoerd. De veemarkt biedt nog steeds een levendige aanblik en Voorziet in een behoefte, ofschoon de aanvoer beneden de verwachtingen blijft. Op de automarkt werden in 1950 in totaal aangevoerd 3062 auto's en 460 motoren, hetgeen een gemiddelde betekent van 70 motor rijtuigen per marktdag. Dit cijfer geeft dan nog geen juist beeld van de betekenis va-n de automarkt, daar zich ook rond het terrein telkenmale een levendige handel ontwikkelt. Een jaaroverzicht over de politierapporten geeft weinig verande ringen te zien ten opzichte van het Voorgaande jaar. Verheugend is het te constateren dat het s,antal processen-verbaal wegens dron kenschap, terugliep. Dat het echter niet iedereen in de gemeente dit jaar naar wens is gegaan, blijkt uit een stijging van het aantal door de gemeente lijke dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon toegekende onder steuningen en uiteraard daarom ook uit de d'aarmee gepaard gaan de stijging van het totale ondersteuningsbedrag. Het gemiddeld aantal ondersteuningen ingevolge de armenwet beneden de 65 jaar bedroeg 311 per week, in 1949 277. Voor ondersteunden boven 65 jaar worden deze cijfers resp. 210 en 196. Het aantal uitkeringen aan gezinnen van politieke delinquenten daarentegen verminderde Van 5 tot 3 par week. Aan deze drie groepen werd in 1950 in totaal 400.000.uitge keerd, tegenover ƒ335.825.in 1949. De kosten van uitbesteding in inrichtingen beliepen in 1950 193.000.tegtenover 177.500. in 1949. Ook de uitkeringen ingevolge rijksregelingen stegen aan merkelijk. ingevolge deze regelingen werd in 1950 in totaal 620.000.tegenover 199.000.in 1949 uitgekeerd. In het afgelopen jaar werd de organisatie van de maatschappe lijke zorg in deze gemeente gemoderniseerd. Als uitvloeisel hiervan vonden er enkele naamsveranderingen plaats. De gemeentelijke dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon wercf gemeentelijke dienst van Sociale, Zaken en het Burgerlijk Armbestuur werd Burgerlijke Instelling vöor Maatschappelijke Zorg. De invloed van de gemeente op het bestuur der laatstgenoemde instelling werd uitgebreid. Een van de kentekenen hiervan is de. opneming van 3 leden van de Raad in het Bestuur. Een ander typerend' verschijnsel is de algemene stijging van de eredistbehoefte. Vergelijking van cijfers toont aan, dat het aantal credietaanvragen aan de Volkscrediétbank alsook het aantal door deze instelling verleende en bij de bank lopende credieten bijna verdubbelde. Het aantal aanvragen bedroeg- in 1950 4168, tegenover 2707 in 1949. Het aantal verstrekte leningen 2912, tegenover 1714 in 1949, waardoor het aantal lopende leningen in 1950 steeg van 2670 tot '4060. In totaal werd in 1950 een bedrag van 619.093.24 aan credieten verleend. De Volkscredietbank groeit uit tot een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 9