18 JANUARI 1952
107
Wethouder ROMSOM antwoordt, dat in deze richting reeds wordt
gewerkt. Er is al een commissie opgericht. Aan de inschakeling
van het particuliere initiatief is eveneens gedacht.
Hierna worden de Hoofdstukken X en XI aangenomen.
De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde Hoofdstuk XII
der begroting.
De heer VERMEULEN zegt met betrekking tot het antwoord van
Burgemeester en Wethouders op de vraag in het Centraal Rapport
over de posten 810 en 569 met het College van mening te verschil
len.
Naar zijn mening dienen de op deze posten uitgetrokken bedragen
gelijk te zijn. Hij heeft getracht aan de hand van de toelichtingen
op de bedrijfsbegrotingen er achter te komen, hoe de raming van
de post 569 verantwoord kan worden. Dit is spreker echter niet ge
lukt. Hij kwam uiteindelijk tot een verschil van 24.000.waar
over spreker gaarne opheldering wenst. Voorts is er een rekenfout
gemaakt bij de berekening van de door de crediet- en voorschotbank
verschuldigde rente. Deze fout maakt een verschil van 11.000.
Voorts vindt spreker het onjuist, dat het verschil tussen de dooi
de gemeente voor kasgeld verschuldigde rente ad 2°/o en de aan de
bedrijven in rekening gebrachte rente ad 4"/o, ten goede komt aan
de gewone dienst en niet gebruikt wordt voor aflossing van kas
gelden. Spreker is van mening, dat deze bate, die toevallig is ont
staan, doordat de gemeente geen vaste leningen kan sluiten, waar
voor een hoger percentage verschuldigd is, niet mag worden ge
bruikt voor het sluitend maken van de begroting; het betreft hier
een bedrag ad 143.000.-. Vermeerdert men dit bedrag met de
beide reeds eerder genoemde bedragen dan komt men tot een ver
schil van 180.000.waarteg-enover slechts een reserve voor
onvoorziene uitgaven staat van 130.000.
Spreker vindt het thans moeilijk om vóór de begroting te stem
men, tenzij Burgemeester en Wethouders hem alsnog de nodige toe
lichting geven.
De VOORZITTER antwoordt, dat hij met de heer Vermeulen van
mening moet verschillen indien het gaat over het aanwenden van
de bate die het renteverschil door de gemeente te betalen en te
innen oplevert. Spreker vindt het geen bezwaar indien deze bate
ten voordele van de gewone dienst komt. Hij kan daarom niet zeg
gen, dat de geraamde rente niet reëel is.
Mocht echter de heer Vermeulen gelijk hebben, dan zijn er altijd
nog achterdeurtjes, die de nodige baten zullen opbrengen.
De heer VERMEULEN dankt de Voorzitter voor zijn uiteenzet
ting. Hij kan echter met de Voorzitter niet meegaan.
Na enige discussie zegt de VOORZITTER, dat de uiteenzetting-
van de heer Vermeulen zorgvuldig in het college van Burgemeester
en Wethouders zal worden bekeken. Mocht hij gelijk hebben, dan
zullen Burgemeester en Wethouders met een voorstel tot wijziging
der begroting komen.
De heer VERMEULEN gaat hiermede accoord.
Hierna wordt de gehele begroting alsmede het voorstel