126 13 FEBRUARI 1952 9. Partieel plan van uitbreiding („Brabantpark A" (plan in onderdelen). 10. Gewijzigd partieel uitbreidingsplan „Poolseweg 1951". Naar aanleiding van het bij punt 8 door de heer Veld kamp gedane verzoek worden ook deze agendapunten aangehouden. 11. Wijziging van het Raadsbesluit inzake onteigening Poolse weg e.o. Nadat in de pauze beraad heeft plaatsgevonden, deelt de heer VELDKAMP mede, dat zijn fractie tegen het voorstel geen be zwaren heeft, zodat het door de Raad kan worden aangenomen. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen komstig het voorstel. 12. Verdeling van woonruimte bij nieuwbouw. De heer WEZENBEEK zal de redenen weergeven, waarom hij tegen het voorstel zal stemmen. Zij die reeds jaren in grote wo ningnood verkeren, zullen bij het lezen van dit voorstel een gevoel van onbehagen krijgen. In het voorstel wordt als argument aan gevoerd, dat de woningbouw stagneert. Zulks kan wel voor Breda geiden, doch niet voor het gehele land, zodat dit argument slechts betrekkelijke waarde heeft. Daar hij een gevoel van onrecht niet kan onderdrukken, zal spreker tegen het voorstel stemmen. De heer JONGBLOED is er ook niet enthousiast over. Reeds meerdere malen zijn soortgelijke voorstellen, die psychologisch geen goede uitwerking hebben, aan de orde gesteld. De mensen, die niets bezitten, komen op deze wijze steeds achteraan, zodat hij op het eerste gezicht het voorstel niet kan toejuichen. De heer KRAMERS is het met de heren Wezenbeek en Jong bloed niet eens. Als dit voorstel doorgang vindt, dan bestaat de kans, dat er meer woningen worden gebouwd. Spreker zou nog verder willen gaan, indien men door dit voorstel nog niet voldoen de tot het bouwen van woningen is te bewegen. Het is misschien gewenst, dat 2 van elke 4 woningen door de bouwer verkocht mogen worden ook aan gegadigden, die thans niet aan de betreffende voorschriften voldoen. Dan zal er misschien wel gebouwd worden, hetgeen thans niet het geval is. Wordt er niet gebouwd, dan krijgt de gemeente ook niet de resterende 3 of 2 woningen ter beschikking. De heer RATTINK kan zich met de woorden van de heer We zenbeek verenigen. Ongeveer een half jaar geleden is de Raad een soortgelijk voorstel voorgelegd, waarmede spreker zich niet kon verenigen. Ook nu is zulks het geval. De heer MOL is het met de heer Kramers eens, dat de bouw nijverheid zoveel mogelijk gestimuleerd moet worden, aangezien daardoor: 1. het aantal woningen wordt vermeerderd en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 126