13 FEBRUARI 1952 127 2'. werkloosheid wordt bestreden. Spreker kan op deze gronden met de heer Kramers meegaan om niet 1 maar 2 van elke 4 woningen door de bouwer te doen ver kopen ook aan gegadigden, die thans niet aan de voorschriften voldoen. De heer BREKELMANS is het gedeeltelijk met de heer Mol en gedeeltelijk met. de heer Kramers eens. Tegen de woorden van de heer Mol n.l. dat de bouwnijverheid zoveel mogelijk gestimuleerd moet worden, zal geen enkel raadslid bezwaar hebben. Maar het gaat hier om de psychologische zijde. Het is toch de bedoeling bij het verdelen der beschikbare woonruimte alle mogelijke dwars wegen te voorkomen en naar billijkheid, redelijkheid en recht vaardigheid deze ruimte te verdelen. Is dat echter niet de bedoeling dan kan het Woningnoodbureau beter opgedoekt worden. Wethouder ROMSOM kan zich indenken, dat er bezwaren zijn tegen de psychologische factor. Indien de Raad het voorstel niet accepteert, dan wordt daardoor de woningbouw niet bevorderd. Spreker is in aanraking geweest met bouwers, die moeilijkheden ondervonden met het aan de man brengen der woningen. Het is van groot belang, dat de huizen verkocht kunnen worden, daar het anders slechts blijft bij de gebouwde woningen. Een bepaalde bouwmaatschappij is voornemens in Breda 80 wo ningen te bouwen, mits ze de gelegenheid krijgt deze op haar wijze te exploiteren. Ze heeft gevraagd een vierde deel der woningen ten behoeve van de verkoop vrij te laten. Wordt dit verzoek niet in gewilligd, dan worden deze woningen niet in Breda gebouwd. Wat in dit geval in het groot geschiedt, geschiedt reeds dikwijls in het klein. Kunnen bouwers hun woningen niet verkopen, dan stagneert de woningbouw, zodat dus minder woningen worden gebouwd. Spreker heeft deze zaak met de Directeur van het Woningnood bureau besproken. Hij geeft de Raad ernstig in overweging het voorstel te aanvaarden om daardoor meer woonruimte te ver krijgen. De heer BREKELMANS kan zich met de woorden van Wet houder Romsom verenigen, mits voorgoed afstand wordt gedaan van het vorderen van woningen, waarin men reeds jaren woon achtig is; in het bijzonder- als het eigen woningen betreft, daar in het laatste geval volgens het onderhavige voorstel het Woning noodbureau niet meer tot vordering kan overgaan. Wethouder ROMSOM kan het voorstel van de heer Brekelmans niet overnemen. Practisch wordt nooit iemand uit zijn eigen wo ning gevorderd. Dat is echter wel eens ofschoon sporadisch voorgekomen. Wonen huurders in een te grote woning, dan krijgen ze een eengezinswoning toegewezen. Indien ze vrijwillig verhuizen, worden bovendien de verhuiskosten vergoed. De vrijgekomen grote woning kan dan door een groot gezin worden bezet. Wethouder VAN HOUTEN merkt op, dat door verschillende bouwondernemers de vraag is gesteld geheel vrij gelaten te wor den. De Stichting „Onze Woning", die voornemens is in deze ge meente 107 woning;en te bouwen, heeft gevraagd op dezelfde wijze behandeld te worden als door diverse andere gemeenten, zoals bijv.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 127