s ?1 B P aten de rwogen eren en ;ns nog eaccep- ting te i. Daar gestelde iciering moeten meente Burge- waarin kwam kunnen aan de meest- wonin- Spre- n stem - even- r voor- ze met niet in er en an, die ik zelf ilen de :e her teld is, veging hebben il. Ook gesteld or het i, ten- zulks ig. In- Raad et con 3 wor- t aan- ot die 13 FEBRUARI 1952 129 I De VOORZITTER acht dit bezwaarlijk, daar de verplichtingen over en weer reeds zijn aangegaan. Bovendien moet van de voor gestelde regeling zo min mogelijk gebruik worden gemaakt. De heer WEZENBEEK merkt op, dat in dat geval de in aan bouw zijnde woningen niet verkoopbaar zijn. De VOORZITTER beweert, dat diverse aannemers niet meer voornemens zijn tot bouwen over te gaan. De heer VAN DEN EEDEN merkt op, dat in dat geval het voor stel van Burgemeester en Wethouders schade berokkent. Indien er geen bouwpatroons bereid zijn ónder de onderhavige voorwaar de te bouwen, dan heeft het voorstel geen zin. Indien dat niet vaststaat, dan heeft spreker wel bezwaren. De VOORZITTER antwoordt, een verzoek van andere zijde. dat het voorstel is geboren uit De heer VAN DEN EEDEN vraagt, of er een vrij grote zeker heid bestaat, dat bedoelde bouwondernemers gaan bouwen. De VOORZITTER bevestigt dit. De heer VERMEULEN vraagt, hoe de 3 van elke 4 woningen worden verdeeld. Worden deze verdeeld overeenkomstig de normen van het Woningnoodbureau of willekeurig? De VOORZITTER antwoordt, dat ze ter beschikking worden ge steld van het Woningnoodbureau voor zover ze niet door Bredase inwoners worden gekocht. Wethouder ROMSOM merkt op, dat ze slechts verkocht zullen worden aan hen, die bij het Woningnoodbureau als woningzoeken den staan ingeschreven. De heer DRION gal-hct slagen hiervan toejuichen, daar—het- koopreeht niet io beperkt./"* De VOORZITTER antwoordt, dat de woorden „kopen" en „be wonen" worden verward. Ieder is vrij een woning te kopen, maar het is niet zeker, dat zei dan door de koper betrokken mag worden. Naar sprekers mening is dit agendapunt nu voldoende toegelicht. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen komstig het voorstel. De heren Brekelmans, Rattink, Vermeulen, Van Swol, Wezenbeek en Kamphuijs wensen geacht te worden te hebben tegengestemd. 13. Burgerlijke verdediging. De VOORZITTER zegt, dat dit voorstel betrekking heeft op de bespreking, die hedenmiddag met de heer P. H. van Diessen is ge houden. Hij vraagt of een der leden terzake nog het woord ver langt. Aangezien zulks niet het geval blijkt te zijn, besluit de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 129