134 13 FEBRUARI 1952 dit punt wel aanhouden, maar de Raad mag toch ook wel ver trouwen hebben in deze Commissie. Het is de bedoeling niet te veel openbaarheid aan deze zaak te geven. De N.V. Bouwkas „Rohyp" eist een borgstelling van de ge meente. Dei gemeente wil dit risico zonder meer niet aanvaarden. Zij is wel bereid betrokkenen te helpen, mits 1 of mogelijk 2 goede borgen worden gesteld. Op die conditie durft de gemeente het risico wel te aanvaarden. Om echter zekerheid te hebben, heeft de gemeente omtrent de soliditeit der borgen een diepgaand on derzoek ingesteld. Hierbij is komen vast te staan, dat de gemeen te vrijwel geen risico loopt. Bovendien kan de boedel van de overledene worden aangesproken. Dit is echter bij de erfgenamen niet steeds het geval. Indien de erfenis aanvaard wordt onder voorrecht van boedelbeschrijving, is geen verhaal op de erven mo gelijk. De in de voorstellen bedoelde borgen hebben echter vast bezit, zodat het risico aanvaardbaar is. Daarbij komt nog, dat tegenover de door de Rohyp verstrekte gelden een actief staat n.l. het huis. De mogelijkheid bestaat, dat de panden een mindere verkoopwaarde bezitten dan de bouwwaarde bedroeg, doch daar tegenover staat, dat betrokkenen zelf eerst een bedrag moeten storten, zodat het gemeentelijk risico slechts gering is. Spreker ziet dan ook in de voorgestelde garanties geen gevaar. De heer JONGBLOED lokt het wel aan particuliere midden standers te helpen, maar deze voorstellen gaan naar zijn me ning wel ver. Er zijn dingen, waarop Burgemeester en Wethou ders van te voren moeten letten. Het risico, dat de gemeente loopt, is spreker niet geheel duidelijk. De Rohyp geeft betrokkene gelaen om te kunnen bouwen maar verkrijgt daarvoor eerste hypotheek. Als nu betrokkene niet betaalt, wordt dan de gemeente slechts aangesproken voor het bedrag boven de eerste hypotheek, terwijl de gemeente op haar beurt de borgen kan aanspreken? De VOORZITTER antwoordt, dat, indien van het bedrag boven de eerste hypotheek geen rente en aflossing wordt betaald, tie Rohyp het recht heeft de gemeente aan te spreken, die weer de borgen kan aanspreken. De heer JONGBLOED merkt op, dat het een uitzonderlijk ge val is grond voor woningbouw in erfpacht te geven. Gewoonlijk wordt de grond voor soortgelijke doeleinden verkocht. Wel is erf pacht mogelijk op industrieterrein, doch voor de woningbouw ligt de zaak anders. Wanneer de voorstellen geaccepteerd worden, dan zullen de namen van betrokkenen toch zeker wel vermeld dienen te worden in de raadsbesluiten, die Gedeputeerde Staten ter goed keuring worden voorgelegd. Ook spreker stelt prijs op deze namen. De VOORZITTER antwoordt, dat de gemeente tot heden geen erfpacht op gronden, bestemd voor woningbouw, verleende. Thans kan deze geste echter een reden zijn, dat men tot bouwen over gaat. De gemeente blijft natuurlijk eigenaresse van de grond. Het is wel de bedoeling de grond t.z.t. aan betrokkene te verko pen. Betreffende het noemen van namen is in een reeds enige tijd geleden gehouden vergadering afgesproken, dat bijzonderheden slechts in de Hypotheekcommissie ter sprake gebracht zouden worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 134