138
13 FEBRUARI 1952
Hispano Suiza heeft contact opgenomen met de N.V. H.K.I. om
zoveel mogelijk de bij laatstgenoemde onderneming ontslagen ar
beiders in te schakelen om huisvestingsmoeilijkheden te voor
komen.
De heer BREKELMANS zegt, dat het zÜn bedoeling is, dat de
Raad een beeld wordt gegeven van het aantal bij bedoelde N.V.
werkzame arbeiders, dat in en buiten Breda woonachtig is.
Wethouder ROMSOM zijn deze cijfers niet bekend. Hem is mede
gedeeld', dat in de munitiefabriek hoofdzakelijk ongeschoolde en in
de boordwerktuigenfabriek hoofdzakelijk vakarbeiders werkzaam
zijn. Kon Breda niet voldoende vakarbeiders leveren dan moesten
ze van elders worden aangetrokken. Spreker zal de gevraagde
cijfers opvragen.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen
komstig het voorstel van de Voorzitter.
De VOORZITTER wn vervolgens de Raad mededelingen doen
omtrent het oorlogsmonument, daar eerdaags de goedkeuring van
de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aange
vraagd moet worden. Het is de bedoeling een standbeeld op te
richten ter herdenking van de Bredanaars, die in de strijd voor het
vaderland zijn gevallen, waaronder te verstaan ondergrondse strij
ders, stoottroepers, de militairen te land, ter zee en in de lucht
alsmede de slachtoffers van concentratiekampen.
De hoofdgedachte van het gedenkteken is als volgt:
Op de voet komen 4 reliefs voor, voorstellende:
1. de bezetting;
2. het verzet;
3. elkander vertroostende vrouwen (uitzicht op de vrede en de
terugkeer der mannen)
4. overwinning (vreugde om de bevrijding).
Op deze voet komt een rechtoprijzende zuil te staan met draag-
motieven (symbolische figuren), voorstellende de 4 hoofddeugden
van de mens.
Op de zuil komt een overwinningsfiguur: Judith als symbool
van het goede over het kwade.
Da kosten bedragen ƒ36.700.terwijl een bedrag van ƒ38.300.-
beschikbaar is.
Wegens de aankoop van het nodige steen en verricht werk is
reeds uitgegeven 21.900.
De bedoeling is het monument te plaatsen op de Grote Markt
tegenover het Stedelijk Museum, doch zodanig, dat het verkeer
tussen de Korte Brugstraat en de Veemarktstraat niet wordt ge
hinderd. De door het monument in te nemen plaatsruimte be
draagt 9 M-.
De heer KRAMERS vraagt naar de hoogte van het gedenkteken.
De VOORZITTER antwoordt, dat het 7 Meter hoog is.
De heer KRAMERS vraagt vervolgens of het beeld wordt ge
plaatst met het gezicht naar de Grote Kerk.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.