13 FEBRUARI 1952
139
De heer RATTINK merkt op, dat op de plaats, waar het monu
ment komt te staan, geen auto's meer geparkeerd kunnen worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat door het monument niet meer
plaats wordt ingenomen dan de parkeerruimte van 2 auto's be
draagt.
De heer KOERTSHUIS heeft in Arnhem op het St. Jansplein
een soortgelijk monument gezien. Doordat vele auto's er om heen
geparkeerd stonden kwam het geheel niet meer uit.
De VOORZITTER meent, dat de heer Koertshuis hiervoor geen
vrees behoeft te koesteren, aangezien het monument 7 M. hoog is.
De heer DRION zegt, dat terzake reeds in 1945 door Burgemees
ter Van Slobbe het comité „Breda eert zijn gevallenen" is opge
richt. Behoudens de heer Mol en spreker heeft hierin zitting o.m.
een tekenleraar, terwijl de inmiddels overleden beeldhouwer de
heer Van der Meer ook tot het comité behoorde.
Het heeft zich jarenlang met deze zaak beziggehouden; de laat
ste 2 jaren speciaal met de plaats waar het monument opgericht
zou moeten worden. Hiervoor zijn alle mogelijke plaatsen onder
de loupe genomen. Tenslotte heeft het comité na rijp beraad en
na ingewonnen advies van kunstkenners besloten, het gedenkteken
op de aangeduide plaats op te richten daar ze de meest geschikte
werd geacht.
Vele personen zoals b.v. verkeerstechnici hebben hierin een rol
gespeeld, zodat tegen de plaats, uit welken hoofde ook, geen be
zwaar gemaakt kan worden.
De VOORZITTER dankt de heer Drion voor de gegeven toe
lichting.
Vervolgens wenst de VOORZITTER nog iets te zeggen over de
burgerzinlening. Hij wil thans geen propagandistische woorden
spreken, maar woorden van bijzondere dank aan de pers, die in de
dagbladen zeer veel plaatsruimte beschikbaar heeft gesteld. Het
succes voor zover van een succes gesproken kan worden was
hiervan mede afhankelijk. Ofschoon het College oorspronkelijk de
verwachtingen hoger had gesteld, mag het thans met het verkre
gen resultaat toch niet ontevreden zijn. Dit succes is deels te dan
ken aan de medewerking, die van de zijde van de pers is onder
vonden.
RONDVRAAG.
De heer PEETERS is ter ore gekomen, dat in de Pijnboomstraat
diverse kelders onder water staan. Spreker verzoekt hiernaar een
onderzoek te doen instellen.
De heer VELDKAMP verzoekt enige spoed te betrachten met
het aanbrengen van de voorzieningen in het Woonwagenkamp.
De heer COSIJN verzoekt het plaveisel van het trottoir in de
Spoorstraat, dat in verband met de verbetering van deze straat
vrijkomt, te gebruiken voor het deel van het trottoir op de Tram-