150 10 MAART 1952 het bezwaar in. feite slechts wordt verlegd. Zou het niet mogelijk zijn de Teteringse Dijk te gebruiken als noordelijke toegangsweg tot deze nieuwe stadswijk, waarbij de geprojecteerde brug tussen Ignatiusstraat en Nassaustraat kan komen te vervallen Het zie kenhuis zou dan een zeer rustige ligging verkrijgen. De heer JONGBLOED zegt, dat het inderdaad niet de bedoeling moet zijn om vandaas: een beslissing te nemen over het al dan niet aanvaarden. Anderzncfs is het nuttig, thans de nodige inlich tingen te verkrijgen, zodat de Raad voor de volgende vergadering volledig is georiënteerd. Wat de opmerking van de heer Veldkamp betreft zou hij wil len zeggen: beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. De VOORZITTER verleent hierop aan de heer Ir. Kuiper het woord om de gestelde vragen te beantwoorden. De heer KUIPER merkt op, dat bij elk uitbreidingsplan een bot sing ontstaat met de belangen van tuinders of boeren. Dit is iam- mer, maar helaas kan het niet anders. In Nederland, waar practisch geen braakligg'ende terreinen zijn, zal er steeds een strijd zijn om- de bestemming van de grond Voor woningbouw en agrarische doel einden. Allerlei overwegingen pleiten er voor om de noodzakelijke uitbreiding van de stad thans naar de achter het Brabantpark liggende terreinen te verleggen. Deze moeilijkheden ontstaan ook wanneer de uitbreiding van de stad in een andere richting zou worden gezocht. Natuurlijk zal het de beste oplossing zijn, wan neer de betrokken tuinders ergens anders grond zou kunnen wor den aangeboden. De projectie van dit uitbreidingsplan betekent nog niet, dat de agrariërs morgen aan de dag hun grond moeten verlaten. Zo kan het voor woningbouw bestemde stuk grond1 nabij de ter reinen van de Hero wellicht nog jarenlang zijn huidige bestemming behouden. Temeer, omdat het niet zo zeer gaat om dezet kleine stukken, maar wel om de grote gebieden, waar de massale volks woningbouw kan plaats vinden. Wat de boerenhoeve betreft ach ter de Teteringsedijk zou spreker willen opmerken, dat het geen zin, heeft deze te handhaven in een woonwijk, want de omliggende landerijen zijn in het bebouwingsplan opgenomen. In het plan is rekening gehouden met de aanleg en de uitbrei ding van de begraafplaatsen. Het is duidelijk, dat hiervoor de no dige terreinen moeten worden gereserveerd. Omtrent de feitelijke aanleg van een begraafplaats wordt hiermede geen beslissing ge nomen. De brug over de Wilhelminasingel, in aansluiting op de ontwor pen toegangsweg tot het stadscentrum, wordt vereist door de K.M.A.-contracten. Wat de bebouwingsvoorschriften van het Brabantpark betreft, meent spreker, dat het geen bezwaar zal ontmoeten om de oude afstandsmaten aan te houden. Het verkeer langs de Wilhelminasingei zal zeer verminderen; de drukte van deze huidige hoofdverkeersweg zal wel groter zijn dan die van de toekomstige wijkverbindingsweg, welk bestemming de Ignatiusstraat zal krijgen. Bovendien ligt hier een dubbele rij weg, zodat een gedeelte van het verkeer steeds op een behoorlijke afstand van het ziekenhuis blijft. Om verschillende omstandighe den, waaronder die van verkeerstechnische aard het belangrijkste zijn, is het niet mogelijk het wijkverkeer over de Teteringse Dijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 150