12 MAART 1952
163
nog iets toevoegen. Het College begrijpt, dat landbouwers en tuin
ders niet voldoende geholpen zijn met geld, aangezien ook andere
belangen dan financiële een rol spelen, zodat bet kort geleden be
gonnen is een transactie te sluiten om de gedupeerden aan behoor
lijke grond to kunnen helpen. Het is niet gemakkelijk de veehouder,
die ongeveer 2'0 H.A. grond nodig heeft, om zijn bedrijf te hand
haven, te helpen. Dit is echter wel mogelijk bij een tuinder, daar
deze een kleiner bedrijf heeft. Burgemeester en Wethouders trach
ten echter adressanten door middel van genoemde transactie te
helpen. Het College neemt het standpunt in, dat het in het algemeen
niet juist is, dat Raadsleden of een groep van Raadsleden overgaan
tot het oproepen van belanghebbenden voor een bespreking. Daar
door wordt hen het idee gegeven, dat een dergeliike bespreking een
officiëel karakter draagt, terwijl bovendien de mogelijkheid bestaat,
dat de Raadsleden daarbij te snel hun eigen standpunt gaan vast
leggen. Een opgeroepene kan b.v. zeer wel een der Raadsleden be
kend persoon zijn. Wel kunnen Burgemeester en Wethouders er geen
bezwaar tegen hebben, dat de leden trachten zich zoveel mogelijk te
oriënteren, doch inzake het woonwagenkamp hebben sommige leden
bepaalde standpunten ingenomen en uitlatingen gedaan, die kennelijk
onjuist waren.
Ook spreker was aanvankelijk van mening, dat het beter was de
verkeersweg iets zuidelijker te projecteren. Hiertegen bestonden
echter bezwaren van verkeerstechnische aard, n.l. gevaar voor onge
lukken, terwijl bovendien te veel grond verloren zou gaan. Tenge
volge van dit laatste zou de prijs van de overige grond stijgen, omdat
de kosten van het verloren gebied in de grondprijs verdisconteerd
moeten worden. Op de voorgestelde wijze verkrijgt men echter de
meest economische indeling", terwijl de woningen de meeste efficiency
waarborgen. Spreker wil opmerken, dat in de brief van de bewoners
van het Brabantpark sprake is van een bestaand uitbreidingsplan,
dat thans wordt gewijzigd. Een dergelijk plan is voor het Brabant-
park nimmer aanwezig geweest. Wel heeft men vroeger voor dit
park een voorlopige opzet gemaakt, doch een eigenlijk plan is er
nooit geweest, zodat ook niet gesproken kan worden van een wijzi
ging van het uitbreidingsplan.
De heer TOXOPEUS kent de door de Voorzitter aangehaalde
motieven niet, omdat hij de bespreking van 10 Maart niet heeft
kunnen bijwonen. Geen enkel raadslid heeft bezwaar tegen de in
tensieve bebouwing van het Brabantpark. Al is flatbouw ijiet de
bedoeling, toch komt ter plaatse wel een tamelijk zware bebouwing,
waardoor het Brabantpark het karakter van park verliest. Spreker
heeft niet gehoord, waarom dit bezwaar niet zou meewegen. Het is
thans een rustig park, waarin veel mensen gaan wandelen. Door de
geprojecteerde huizen met gemeenschappelijke tuinen, verliest het
echter zijn karakter. De bewoners van dit park zullen een dergelijke
bebouwing zeker betreuren. Er is toch nog andere grond? Spreker
wenst te weten, waarom niet op andere plaatsen in de stad deze
projecten zijn geplaatst en waarom wel in het thans zo mooie villa
park.
De heer VERSCHUREN heeft de namen Coertjens en Nuyten
horen noemen. Het geval Coertjens is opgelost; dat van Nuyten
evenwel niet. Spreker vraagt, hoe het met het laatste geval staat.
De VOORZITTER antwoordt, dat bedoeld geval thans niet aan
de orde is.