172 12 MAART 1952 hij het vertrouwen in de Sportraad op. Spreker heeft in de notulen van de Sportraad een bedrag van 2500.zien staan als garantie stelling voor een zwemwedstrijd Nederland-Frankrijk. Het lijkt spreker dat de Sportraad door dit besluit zijn bevoegdheden even eens overschreden heeft. Een dergelijke beslissing zou eventueel door de Raad moeten worden genomen. De gemeente moet aan de Sportraad geen gelden meer beschik baar stellen. Betreffende het tweede punt heeft spreker zijn persoonlijke hou ding nog niet bepaald. In de brief van Burgemeester en Wethouders aan de Sportraad is hem opgevallen, dat Burgemeester en Wethou ders niets zeggen, maar de Raad aan het woord laten, zodat de in druk zou kunnen ontstaan, dat ze zich buiten schot hebben ge houden. Da Raad wil echter de gevolgen van zijn gedragslijn graag accep teren. Ook zijn in genoemd schrijven enkele onnauwkeurigheden geslo pen. Zo staat er „iets algeheel onjuists" en „dat het prestige! van de Gemeenteraad geweld zou leiden." Spreker verzoekt de nodige nauwkeurigheid te betrachten. Het is zeer wel mogelijk, dat deze fouten hem als oud-ambtenaar meer dan anderen tegen de borst stuiten. Hetgeen door een gemeente van een zodanige allure als Breda wordt verzonden, behoort goed te zijn. De heer TOXOPEUS is het inzake de Sportraad met de heren Veldkamp en Jongbloed eens. Ook hij zegt het vertrouwen in de Sportraad op. Het heeft hem getroffen, dat in de brief aan de, Sport raad gesteld was: „of jullie het geweten hebben of niet, jullie hadden het moeten weten." Hieruit blijkt voldoende, dat de Sportraad er naast zit. Spreker is het dan ook Volkomen met de heren Veldkamp en Jongbloed eens. Ook sprekers vertrouwen is verdwenen. Hij was een der weinige leden, die vóór gestemd hebben, toen het voorstel tot het verlenen van een subsidie aan de Cadetten-roeivereniging aan de orde was. Spreker is dus niet tegen de K.M.A. De Raad kan een dergelijke manier van werken van een college uit de burgerij met gelden uit de gemeentekas niet tolereren, zodat de Sportraad nimmer meer de gelegenheid mag krijgen om gemeen tegelden te beheren. Deze subsidieverlening behoort niet door te gaan. Wat verder moet geschieden, zal wel worden bezien. Al is zulks onaangenaam aan de Cadetten-roeivereniging, toch is spreker niet voor het voor stel van het College, vervat in het slot van het onderhavige schrij ven, n.l. dat de Sportraad zijn besluit intrekt en de Raad alsnog subsidie verleent. Door de meerderheid van de Raad is besloten het subsidie te wei geren. Bij dit besluit behoort men zich neer te leggen, zodat het niet past dan toch maar subsidie te geven. Het is toch wel mogelijk naar buiten te doen blijken, dat de ge meente de K.M.A. zeer wel gezind is. De K.M.A. behoort inderdaad in Breda en de gemeente moet daar voor iets doen. Indien de gemeente op stoffelijke wijze wil blijk geven van haar sympathie t.o.v. de K.M.A., zal spreker deze geste gaarne steunen. De heer MINDERHOUD was de tweede, die vorige keer vóór stemde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 172