212 16 APRIL 1952 de heer Hustinx. Spreker komt zelf uit een milieu, dat armoede aan den lijve heeft gekend en heeft als raadslid al meer dan 20 jaren naar best vermogen voor de minst bedeelden gestreden. Hij vraagt zich af of de heer Hustinx steeds even sociaal is als hij thans voorwendt De VOORZITTER acht deze laatste opmerking onjuist, waarop de heer Brinkerhof zijn; laatste zin terugneemt. De heer JONGBLOED gelooft niet, dat het de bedoeling was van de heer Brinkerhof om te kwetsen. Als men dit nodig oordeelt wil ook spr. gaarne bevestigen, dat hij alle waardering heeft voor het sociale werk in het kamp en het alle succes toewenst. De heer KAMPHUIJS zegt, dat er ook wel andere verenigingen zijn, die sociaal werk doen. De heer VAN KAMPEN vond de opmerking van de heer Hustinx minder gelukkig. Bij een vorige raadsvergadering was spr. bij de minderheid, die een warmwatervoorziening in het kamp wilde aan brengen. Het gaat echter thans om een andere kwestie. Ook hij be treurt de uitlating destijds door Mej. Koppelaar gedaan. Mejuffrouw KOPPELAAR merkt op, dat zij de kampbewoners gewezen heeft op hun verplichtingen; de heer Koertshuis kan dit getuigen. De woonwagenbewoners hebben haar toen geantwoord: Je moet ook in staat zijn te kunnen betalen. Spreekster heeft nog gewezen op de gewone belastingen, waartegen men bij de inspecteur bezwaren kan aantekenen, hetgeen echter niet ontslaat van de ver plichting tot tijdige betaling. Hierop besluit de Raad tot aanhouding van het voorstel tot de eerstvolgende vergadering. 7. Uitvoering rioleringswerken nabij de Heuvelbrink. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 8. Vaststelling van een verordening als bedoeld in artikel 43 der Woningwet ten aanzien van de Markendaalseweg e.o. De heer KRAMERS kan zich met het voorstel verenigen. Hij wil echter opmerken, dat destijds de Raad geen instemming heeft be tuigd met het plan om te komen tot een verkeersquadraat. Hierom trent werd alleen een voorlichtende vergadering belegd. De VOORZITTER geeft toe, dat de betreffende zinsnede in het voorstel minder juist is. Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 9. Bijzondere voorgevelrooilijnen voor de Markendaalseweg e.o. De VOORZITTER merkt op, dat in het ter visie gelegde ontwerp besluit 11, 12 en 14 December 1952 dient te worden gelezen als 11, 12 en 14 December 1951.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 212