214
16 APRIL 1952
de tewerkstelling van 10 minder valide personen is ook erg hoog.
Spreker wil niet zeggen, dat voor dit werk de gemeente geen uit
gaven zou mogen doen. Rij hem is echter de vraag gerezen, of niet
relatief te hoge bedragen worden gevraagd. Naar hij vernam zou in
Den Bosch een dergelijke inrichting ongeveer zich zelf bedruipen,
terwijl in Bergen op Zoom de gemeente niet verder gaat dan het
beschikbaar stellen van een lokaliteit. Burgemeester en Wethouders
zeggen in hun prae-advies, dat bij de oprichting van een werkin
richting voor minder valide personen grote voorzichtigheid moet
worden betracht. Spreker betwijfelt of deze voorzichtigheid in over
eenstemming is met het huidige voorstel. Hij acht het ook een be
zwaar, dat de gemeente geen zeggingsschap heeft in deze werk
plaats waarvan zij wel het exploitatieverlies zou moeten betalen.
Het Don-Bosco werk, waarvoor ook spreker waardering- heeft, krijgt
slechts een betrekkelijk geringe subsidie van de gemeente, waaruit
blijkt, dat er genoegzame middelen zijn om een dergelijk werk te
fiancieren. Spreker zou het op prijs stellen, wanneer Burgemeester
en Wethouders dit voorstel nog in nader beraad zouden willen ne
men en de Instelling voor Maatschappelijke Zorg zouden willen
horen in verband met de voorgestelde begrotingswijziging. Het spijt
spreker wel dit voorstel te moeten doen omdat hij de zaak zelve
van groot gewicht acht en ook gaarne spoedig geregeld ziet.
De heer VELDKAMP zegt het prae-advies met veel belangstelling
te hebben gelezen. Hij acht het een gelukkige omstandigheid, dat
allerwege de zorg voor minder-valide personen toeneemt. Het Rijk
is de gemeente hierin reeds voorgegaan, (revalidatie-centra voor mi
litairen en van de rijksverzekeringsbank) terwijl ook diverse andere
gemeenten op dit terrein reeds werkzaam zijn. Bijzondere waarde
ring heeft spreker ook voor het voorstel, omdat dit aansluit op het
geen alhier reeds uit het maatschappelijk leven tot stand is geko
men, i.e. het Don Bosco-werk voor een aantal geestelijk minder vali
den. Met het betoog van de heer Jongbloed, op wiens vragen spre
ker ook gaarne het antwoord van het college verneemt, kan hij zich
echter niet in alle opzichten verenigen.
Spreker is het er niet mee eens, dat thans buiten beschouwing zou
moeten worden gelaten hetgeen het Don Bosco-werk reeds geruime
tijd heeft gedaan voor een aantal geestelijk minderwaardigen. Ook
de gemeente heeft voordelen gehad bij dit werk. Wat de resulta
ten zullen zijn van de thans voorgestelde werkinrichting is nog
moeilijk te zeggen, ofschoon die van het Don Bosco-werk alle hoop
geven, dat ook hier een gunstig perspectief aanwezig is. Bij de hier
bedoelde tewerkstelling gaat het niet om personen die door het be
drijfsleven minder-valide zijn geworden, omdat dergelijke personen
op andere wijze worden geholpen. Het zullen derhalve als regel men
sen zijn, die ten laste zouden komen van de gemeente, waardoor dus
van een ontlasting van de burgerlijke instelling voor maatschappe
lijke zorg sprake kan zijn. Spreker staat sympathiek tegenover dit
voorstel en is bereid zijn stem daaraan te geven, al zal hij nog
gaarne het antwoord vernemen op de vragen van de heer Jongbloed.
De heer BRINKERHOP merkt op, dat hij lid is/ge wo e at van de
voorlopige commissie van advies, welke Burgemeester en Wethou-
ders ln hun prae-advies hebben vermeld. In het rapport van deze
commissie wordt betreurd, dat aan de Broeders een volledige zeg-
a ^^gingschap over de werkplaats wordt gegeven. Spreker heeft des-
Y jL, tijds de inrichting in Den Haag bezocht. Ofschoon het aantal
werkobjecten in deze gemeente wel niet zo groot zal zijn als in