216 16 APRIL 1952 als eis te stellen, dat op de eerste plaats aan bod komen de men sen, die in zorg zijn van de Burgerlijke Instelling. Door deze om standigheid kunnen de kosten aanmerkelijk verlaagd worden. Nu ook* verwacht mag worden, dat de Provinciale Staten niet onge negen zullen zijn een subsidie voor de werkplaats te geven, en ook het A.V.O. de oprichting dezer werkplaats zal steunen, is er alle reden te hopen, dat het met de financiën wel zal gaan. Wanneer de gemeente een subsidie geeft, moet zij erop kunnen vertrouwen, dat de gelden op doelmatige wijze worden besteed. Spreker meent in het onderhavige geval deze vraag bevestigend te kunnen beantwoorden. De betrokken Congregatie doet reeds jaren lang prachtige arbeid in het Don Bosco-werk. Als dit werk er niet was dan zouden er zeker direct 12 mensen in een inrichting moeten worden opgenomen, waarvan de kosten ten laste van de gemeente zouden komen. De Commissie van voorbereiding gaat thans met de werkwijze, zoals deze in het prae-advies is omschreven geheel accoord. Nadat de zaak herhaaldelijk uitvoerig is besproken is een volledige over eenstemming verkregen. Het spijt spreker, dat de heer Brinkerhof verhinderd was de laatste vergadering bij te wonen. Er is ook reeds contact geweest met werkgevers, die bereid zijn mede te werken en bepaalde werkobjecten zijn toegezegd, waarvan sommige thans door valide arbeiders worden bewerkt. De heer Jongbloed heeft gesproken over een uurloon van 35 cent. Spreker acht het echter juist, dat bedongen is, dat deze te- werkgestelden een gelijk loon zullen krijgen als zij, die onder de gemeentelijke werkverschaffingsregeling vallen. Dit loon bedraagt ruim 37.per week en bovendien wordt kinderbijslag uitbetaald en zijn ook de andere sociale verzekeringen van toepassing. Er zal naar gestreefd worden dit loon nog heger op te voeren. Er is overeengekomen, dat de werkplaats voor de geestelijk on- volwaardigen geheel gescheiden zal zijn, van die van de lichamelijk invaliden. Er is ter plaatse voldoende ruimte voor uitbreiding. Uit eindelijk zou hier voor ongeveer 100 minder-validen een werkplaats gemaakt kunnen worden. Samenvattend kan spreker zeggen, dat hij de verwachting heeft, dat een tewerkstelling als in het prae-advies is omschreven geheel zal slagen. Het bevreemdt spreker, dat de heer Jongbloed deze zaak nog in de commissie van sociale zaken heeft besproken. Reeds eerder heeft spreker persoonlijk het bestuur van de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg hierover ingelicht en de heer Jongbloed maakte toen de opmerking, dat deze kwestie niet tot het terrein van de instelling behoorde. De Directeur van de betrokken dienst en ook de heer Kroone zijn volledig op de hoogte en konden zich met de voorgestelde gang van zaken verenigen. Spreker meent dan ook, dat het geen zin heeft deze aangelegenheid thans aan te houden en nog eens het advies te gaan vragen van de Burgerlijke Instel ling. Spreker zou in overweging willen geven overeenkomstig het prae-advies te willen besluiten. Er is alle reden om aan te nemen, dat een gezonde opzet is verkregen terwijl het werk geleid zal wor den door mensen die deze taak machtig zijn en die, gezien hetgeen zij reeds bij het Don Bosco-werk hebben gepresteerd, ook waard zijn, dat dit werk nu aan hen wordt opgedragen. De heer JONGBLOED wil voor eerst opmerken, dat hij geen prin cipieel tegenstander is van de tewerkstelling van deze minder-valide personen en dat hij de ideeële motieven, die hieraan ten grondslag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 216