29 APRIL 1952 237 aangelegenheid is geen ingewikkeldheid. Het gaat om een principieel geval. Het gaat er dus niet om (zoals de heer Van Bijnen zegt) dat het een en ander op hetzelfde neerkomt, maar het gaat over de be stemming van de kassierswinst. Het bezwaar valt weg, zodra de vlottende schuld geconsolideerd is. Deze materie is niet nieuw. Spreker heeft vorige jaren bij de begroting hetzelfde bezwaar gehad. Toen heeft hij zich echter laten overtuigen, dat het niet juist was te handelen overeenkomstig de door de heer Vermeulen aangeduide methode. Spreker kon hierin echter geen bevrediging vinden. De conclusie van de heer Vermeulen bezat spreker ook, doch hij had hier omtrent geen zekerheid. Indien de Voorzitter op zijn standpunt blijft staan, dan verzoekt spreker hem te doen, wat is voorgesteld. De heer TOXOPEUS zegt, dat er weinig instemming is met zijn plan. Hij laat dit plan echter niet los. De punten 2, 3 en 4 komen niet aan, de orde. Slechts het eerste punt inzake de bestemming van de kassierswinst is wel aan de orde, zodat de Raad eerst zal moeten beslissen, welke punten nu behandeld worden. Daar de Raad niet wist, wat er aan de orde gesteld zou worden,, heeft hij de materie niet kunnen bezien. De heer Jongbloed beweert, dat hij deze zaak niet ingewikkeld vindt, doch ook deze heeft zich vorige jaren van commentaar onthouden. De raadsleden moeten kunnen bezien, wat er met de rentewinst moet geschieden. Voordat hij zijn stem uit brengt, wil hij eerst deze materie overwegen aan de hand van het schriftelijk betoog van de heer Vermeulen en het antwoord van de Voorzitter. Hij is het wel eens met de heer Veldkamp, dat in de volgende vergadering terzake geen debat meer dient plaats te vin den. Waarom zou de Raad' thans over bedoelde begrotingswijzigin gen beslissen? Deze wijzigingen zijn toch niet zo urgent? Spreker handhaaft dan ook zijn voorstel van orde. De VOORZITTER heeft niet de gedachte gehad, dat de heer Ver meulen de bedoeling zou kunnen hebben hem dwars te zitten. Spreker verwacht zoiets niet van hem. Hij kan critiek zeer goed verdragen, indien tenminste geen critiek wordt gegeven om de cri tiek. Spreker heeft niet beweerd, dat de heer Vermeulen de begro ting niet bestudeerd zou hebben. Integendeel hij weet wel beter. Dit is een systeem van boeken: Of men boekt 4% ten laste van de be drijven, en laat de leningsdienst van de rentewinst profiteren, öf men laat de bedrijven een lagere rente betalen overeenkomstig de bud getrente. Het komt in beide gevallen evengoed in de gewone dienst tot uitdrukking. Rentewinst behoort de gewone dienst der begroting ten goede te komen. Het is niet nodig deze winst te reserveren. Het is moeilijk toe te zeggen, dat deze boekingen er voor het laatst zijn, daar spreker er niet veel vertrouwen in heeft, dat de gemeente binnen korte tijd tot consolidatie van de vlottende schuld zal kunnen overgaan en dan geen kasgeldleningen meer zal nodig hebben. Spreker antwoordt de heer Toxopeus, dat dit punt reeds diverse keren is besproken. Wordt de zaak uitgesteld, dan blijft men aan de gang. Het is inderdaad een moeilijke materie. Men zou wel een commissie kunnen formeren om deze zaak tot in de finesses te beoordelen, doch hij acht het niet nodig, daar de financiëel geschoolde leden hun standpunt reeds heb ben bepaald, terwijl voor de overige de moeilijkheden toch blijven bestaan. Hij ziet dan ook geen reden de behandeling uit te stellen. Voor de andere punten is geen stemming gevraagd, doch slechts een uiteenzetting. Het gaat thans om 2 voorstellen:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 237