29 APRIL 1952
239
34 stemmen zijn uitgebracht op de heer M. Reinsma en 2 stemmen
op de heer A. Verhagen; zodat de heer M. Reinsma is benoemd tot
lid van de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg.
38a. Verhoging van het electriciteitstarief voor kleinverbuikers.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
38b. Verhoging van de tarieven voor levering van electriciteit aan
kleinverbruikers met inbegrip van de vastrechtbedragen en meter-
huren, benevens wijziging der stroomleveringsovereenkomst van de
P.N.E.M.
De heer MINDERHOUD vindt het jammer, dat in het voorstel
geen reductie wordt verleend aan hen, die moeten leven van een
pensioentje of van de rente van een kapitaaltje. Burgemeester en
Wethouders kunnen zeggen, dat deze categorie niet méér verbruikt,
doch daar staat tegenover, dat ze wegens de duurte der kolen eerder
gebruik zal maken van een electrische- dan van een kolenkaehel. Bij
de behandeling der begroting is echter reeds over deze groep van
personen gesproken.
Mejuffrouw KOPPELAAR wil zeer gaarne de woorden van de
heer Minderhoud onderstrepen. Het is een groep van mensen, waar
aan ook de nodige aandacht besteed dient te worden.
De heer BRINKERHOP zegt, dat enkele raadsvergaderingen ge
leden deze aangelegenheid is besproken. Burgemeester en Wethou
ders hebben toen de toezegging gedaan de zaak te zullen onderzoe
ken. Plij wil het College terzake de navolgende tip geven. Misschien
kan het verlenen van een reductie aan bedoelde categorie in dezelf
de vorm worden gegoten als geschiedt bij de gemeentelijke genees
kundige en gezondheidsdienst. Door deze dienst wordt aan enkele
kleine burgers en ouden van dagen een reductie gegeven op de zie
kenfondspremie.
Wethouder VAN HOUTEN wil met een enkel woord op deze
zaak ingaan. Reductie op het primair gebruik is door de Minister
voorgeschreven. Volgens de cijfers blijven de kleine gezinnen be
neden een verbruik van 240 K.W.U. per jaar. Deze gezinnen wil
len geen vastrechttarief, daar ze dan duurder uitkomen. Een na
deel in de regeling is, dat met de kleinverbruikers slechts een keer
per jaar afrekening zal plaats vinden. Gedurende de zomermaan
den verbruiken deze mensen practisch niets, zodat de mogelijkheid
zou bestaan, dat ze wegens te gering verbruik niet van de reductie
zouden kunnen genieten. Bovendien zou een andere werkwijze voor
de lichtbedrijven een te grote administratieve rompslomp met zich
brengen. Bedoelde kleinverbruikers ontvangen inplaats van l/2
cent, 3 cent per K.W.U. reductie, zodat ze bij een jaarlijks verbruik
van 240 K.W.U. 240 x 3 cent of 7,20 terugkrijgen. Bij geringer
verbruik wordt deze reductie evenredig minder. Het wordt als een
bezwaar gevoeld bij een gering verbruik geen reductie te verlenen,
zodat één keer per jaar uit sociale overwegingen verrekening
plaats grijpt. Bedoelde personen verbruiken zeker niet meer dan
240 K.W.U. per jaar en het is de bedoeling ze niet zwaarder te be
lasten. Vervolgens zegt spreker, dat de stroomleveringsovereen
komst met de P.N.E.M. op 31 Dec. 1952' afloopt. Het is niet on-