29 APRIL 1952 241 staan. Het algemeen belang vergt, dat onzekerheden in het huidige reglement niet bestendigd worden. Het wil sprekers fractie voor komen, dat het College gelijk heeft in zün opvatting, dat een ver tegenwoordiger van het College de vergaderingen van de Woon ruimtecommissie bijwoont. Zijn fractie heeft zich afgevraagd of het niet beter is de vertegenwoordiger in die vergaderingen van de Woonruimtecommissie te laten verschijnen, waarin het standpunt van deze Commissie afwijkt van die van het Woningnoodbureau. Dit is evenwel niet mogelijk, daar soms pas na de behandeling der procedure het afwijkend standpunt bekend wordt, zodat dan daarna de vertegenwoordiger van het College en belanghebbende weer ge hoord zouden moeten worden. Het is daarom beter de vertegen woordiger in alle vergaderingen toe te laten, opdat hoor en weder hoor kan gelden en volledig tot zijn recht kan komen. Spreker weet, dat de zittende commissie tegen deze gang van zaken be zwaar heeft. Vordert echter het algemeen belang een grotere ze kerheid, dan is de Raad verplicht waarborgen te scheppen. Spre ker wil de zittende commissieleden vragen met de redenen van de Raad rekening te willen houden. De raad zou zich niet gelukkig achten, indien de leden der Woonruimtecommissie bedankten, daar ze een schat van ervaring hebben opgedaan. Het is zowel sprekers gevoelen als die van zijn fractie, dat de procedure zo gewijzigd moet worden, dat de Raad verantwoord is. In concreto betekent dit, dat de vertegenwoordiger van het College de vergaderingen van de Woonruimtecommissie bijwoont en mitsdien art. 7 van het Regle ment wordt gewijzigd. De VOORZITTER meent, dat de gedachtengang van de heer Veldkamp n.l. om deze zaak in handen te stellen van de z.g. Com missie Drion voor het uitbrengen van rapport, door de Raad wel onderschreven zal kunnen worden. De heer VAN SWOL wil gaarne enige opmerkingen omtrent deze aangelegenheid maken. De VOORZITTER zegt, dat hierover beter bij de komende be handeling gedebatteerd kan worden. De heer VAN SWOL acht het onjuist, dat de Woonruimtecom missie in het publiek aan de kaak wordt gesteld. De heer JONGBLOED zou zich met de woorden van de Voorzit ter direct kunnen verenigen, indien de heer Veldkamp het daarbij had gelaten. Thans komt echter de Commissie Drion in een moeilijke situatie te verkeren. Het is misschen in deze kwestie ook zo, dat waar er twee kijven, er twee schuld hebben. De Woonruimtecommissie moet echter ook de mogelijkheid heb ben haar grieven te vertellen. Volgens de Wet is het niet toelaatbaar, dat iemand van het College regelmatig de vergaderingen van de Woonruimtecommis sie bijwoont. De VOORZITTER merkt op, dat, indien een vertegenwoordiger een keer toegelaten mag worden, zulks ook regelmatig is geoor loofd. Het is de Commissie Drion wel toevertrouwd een eigen me ning te vormen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 241