250
29 APRIL 1952
blijven. De Raad heeft toen gezegd: Laat de kampbewoners eerst
eens over hun bezwaren komen praten. Waaraan kan de Raad thans
zien, dat het laatste besluit tot verhoging der staangelden niet juist
is Spreker heeft bij de stukken geen cijfers gezien, waaraan de
Raad enig houvast heeft. Hoe zijn de tarieven in andere gemeenten
en wat doen ze aan hun woonwagenkamp Zoals de zaak nu is, kon
de heer Veldkamp moeilijk anders doen, maar de Raad kan de stand
punten van de heren Jongbloed en Van Kampen ook niet terzijde
leggen. In de K.V.P. fractie heeft overleg plaats gevonden. Spreker
kent de argumentatie van deze fractie niet, aangezien net betoog
Van de heer Veldkamp een verkorte weergave was van hetgeen hij
in de vorige vergadering naar voren heeft gebracht. Berst zou naar
zijn mening de toestand als het ware gesaneerd moeten worden.
Eerst moeten de kampbewoners betalen; ze behoren te doen wat is
verordend en daarna kan d'eze kwestie aan de hand van gegevens
van de zijde der kampbewoners en van het College (n.l. cijfers van
andere gemeenten) nader worden bezien. Indertijd heeft de Raad
het door Burgemeester en Wethouders voorgestelde tarief ad 0.25
per dag verhoogd tot 0.35. Spreker acht het onjuist daarop zonder
meer terug te komen. Besluit de Raad nu tot verlaging van het
staangeld, dan kan dat wel juist zijn, maar het kan niet met cijfers
geadstrueerd worden. Komen Burgemeester en Wethouders met de
gevraagde cijfers, dan zullen ze naar zijn mening de gehele Raad
achter zich treffen, terwijl zodoende op de juiste wijze wordt gere
geerd. Deze handelwijze is beter te achten dan dat de Raad zonder
meer op zijn schreden terugkeert.
De VOORZITTER dankt de heer Veldkamp voor diens voorstel,
dat deze naar aanleiding van de uiteenzetting van Burgemeester en
Wethouders heeft gedaan en dat de mening van de meerderheid van
het College is. Deze zaak kan bezwaarlijk verder worden uitgesteld.
Het College heeft thans geen voorstel willen doen, aangezien het er
reeds een ter tafel heeft gebracht. Burgemeester en Wethouders
stellen de Raad dan ook voor hun voorstel te accepteren. Zij zullen
het op prijs stellen, indien ze geen maatregelen tegen wanbetalers
behoeven te treffen. De heer Jongbloed heeft gezegd, dat het College
met de handhaving van de verordening wel wat slap is geweest. De
zaak moet echter zo niet worden gesteld. Burgemeester en Wet
houders hebben gepoogd de verhoogde staangelden te innen, maar
als blijkt dat deze poging na stemverheffing g-een resultaat oplevert,
dan kan het College daar zonder machtsmiddelen niets aan doen.
Het heeft gedaan, wat er redelijkerwijze van te verwachten was.
De heer JONGBLOED merkt op, dat er een heffings- en een in
vorderingsverordening is. Spreker weet niet hoever in de inv'orde-
ringsverordening de mogelijkheden zich uitstrekken, maar daarin
zullen toch zeker wel maatregelen zijn opgenomen.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders
beslag op de woonwagens kunnen leggen, maar wat moeten ze dan
met die wagens beginnen? Het lijkt hem beter wanbetalers te ver
wijzen naar een kosteloos kamp. Zo'n kamp moet echter eerst door
de Raad worden aangewezen. Naar zijn oordeel ziet de heer Toxopeus
de kwestie te zwaar, als hij denkt dat Burgemeester en Wethouders
voor de woonwagenkampbewoners zouden capituleren. Als de Raad
meent, dat de tarieven te hoog zijn, dan is van capitulatie geen
sprake. Deze kan daardoor slechts aan prestige winnen. Spreker
gelooft ook niet, dat de tarieven bezien zijn in het licht van de kosten