29 APRIL 1952 251 van het kamp. Indien dat zo was dan zou men hebben kunnen vast stellen, dat de kampbewoners veel meer hebben gekregen dan waar op ze recht hebben. Hij kan deze zaak wel weer uitstellen voor nader beraad, maar voelt niet veel hiervoor. De heer Toxopeus heeft op gemerkt, dat de K.V.P. fractie zich terzake heeft beraden. Spreker meent, dat de partij V.V.D. zich ook wel beraden zal hebben., Thans dient de Raad zijn standpunt te bepalen. Het College neemt het voorstel van de heer Veldkamp over. Wethouder VAN HOUTEN spijt het tegenover de meerderheid van het College te staan. Hij staat aan de zijde van de heren Jongbloed, Van Kampen en Toxopeus. Naar zijn mening dienen de op 1 Aug. 1951 goedgekeurde tarieven eerst voldaan te worden, waarna deze zaak opnieuw kan worden bezien. Thans doet het zich voor alsof de Raad capituleert voor de drang der woonwagenkampbewoners. Als de gemeente de kosten, die aan het kamp ten grondslag liggen, moest gaan verhalen, dan zouden de tarieven aanmerkelijk hoger liggen. Ook spieker heeft de sociale zijde van het vraagstuk vol doende bekeken. De kosten van grondaankoop, vloeren enz. bedragen 48.908.Het ergste is evenwel het waterverbruik. De gemeente moet hiervoor per maand een bedrag van 250.betalen. In het kamp bevinden zich gemiddeld 30 personen, zodat per persoon per maand voor 8.wordt verbruikt. De armsten in de stad moeten echter hun verbruik wel betalen, 8,per maand per persoon be tekent een bedrag van 3000.per jaar voor vrij water. Daarbij komen nog de kosten van verlichting van het kamp, die 50.per maand bedragen. Wordt het staangeld verlaagd tot 0.15 per dag dan betekent dat een jaarlijkse ontvangst van ruim 1500.—. Be draagt het staangeld ƒ0.25 dan ontvangt de gemeente ƒ2700. Bovendien vergt de post „rente en afschrijvingen" nog een jaarlijkse uitgave van 2'400.Worden de uitgav'encijfers in dit licht bezien, dan constateert spreker dat de1 gemeente in haar sociale plicht ten opzichte van de kampbewoners geenszins te kort schiet. Spreker kan er zich mede verenigen, dat geen navordering zal plaatsvinden, maar dan moet ook geeist worden, dat het verschuldigde staangeld ad 0.35 per dag vanaf heden wordt voldaan. Later kan dit vraagstuk opnieuw worden bezien. De heer VELDKAMP wil Wethouder Van Houten opmerken, dat uiteindelijk de Raad besloten heeft het kamp te verplaatsen en de kosten te maken in het belang van de woningbouw. Deze kosten moeten dus niet op de hoofden der woonwagenbewoners worden ge schoven. Met welk bedrag zijn de kosten van het huidige kamp in vergelijking met die van het vorige toegenomen? Thans is evenwel de kwestie van prestatie en contra-prestatie niet aan de orde. De wet eist een geringe bijdrage. Naar zijn gevoelen is de Raad met een tarief van 0.25 aan de juiste kant. S'preker verzoekt de Voorzitter zijn voorstel in stemming te brengen. De heer BRINKERHOF merkt op, dat het vorige besluit door de Kroon is goedgekeurd. Het thans te nemen besluit tot verlaging der tarieven behoeft eveneens deze goedkeuring. Zullen Burgemeester en Wethouders de motieven, die tot verlaging hebben geleid, de Kroon al dan niet mededelen? De heer JONGBLOED meent, dat de heer Veldkamp in zijn con sequenties te ver g"aat. Worden er krotwoningen opgeruimd dan moeten de bewoners betere woningen betrekken, welke meer huur

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 251