29 APRIL 1952 261 betrokken persoon zwaar gewond werd. Iemand snelde om eerste hulp naar het op 50 Meter afstand gelegen gebouw van de Gem. Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Daar werd echter bijstand geweigerd, omdat er terzake nog geen politierapport was binnen gekomen. Indien dit zo is, vraagt spreker hiervoor andere voor schriften uit te vaardigen. Antwoord: Op Donderdag 8 November 1951 des voormiddags 11.42 uur werd doktershulp verzocht bij hierbovenvermeld ongeval. Zoals steeds, werden onmiddellijk de dienstdoende politie-artsen telefonisch opgeroepen. Daar echter noch Dr. J. C. van Diick, noch Dr. C. P. Elich op dat moment tel bereiken waren, is de op de G.G. en G D. aanwezige schoolarts Dr. J. Vereauteren te 11.47 uur naar de plaats van het ongeval gegaan. Patiënt, die eventueel ook door omstanders gebracht had kunnen worden, is met voornoemde arts naar het gebouw van de G.G. en G.D. gelopen en aldaar door hem verbonden. Er is in deze geen sprake van bijstandsweigering, integendeel, er is onmiddellijk en naar volle tevredenheid van de getroffene medi sche hulp verleend. Getroffene wenste zelfs nadrukkelijk Dr. Ver eauteren te betalen. Voorschriften-verandering is geheel onnodig. Vraag: De heer VELDKAMP zegt, dat enige tijd geleden er een ernstig ongeval is gebeurd op de hoek ZandberglaanGinnekenweg. waarbii de heer Kobus, Directeur van de Rijks H.B.S., ernstig werd gewond en later aan de gevolgen is overleden. Iemand heeft hem verteld, dat de heer Kobus ter plaatse een uur heeft gelegen alvorens de ziekenauto verscheen. Spreker vraagt of het niet mogelijk is, dat in een van de politie-auto's een draagbaar wordt aangebracht, zodat deze auto, als da ziekenauto niet ter be schikking is, kan worden ingeschakeld. Verder deelt hij mede, dat de telefoon in het St. Ignatiusziekenhuis doorlopend in gesprek is. Hij vraagt of het mogelijk is, dat een afzonderlijke telefoon wordt aangebracht voor het bereiken van de chauffeur van de ziekenauto. Antwoord: Op 20 November 1951, te ca. 17.55 uur werd aan een agent, die nabij het kruispunt BaronielaanGinnekenweg op sur veillance was, medegedeeld, dat er een aanrijding had plaats gehad op de hoek ZandberglaanGinnekenweg. Deze agent heeft zich on middellijk daarheen begeven en trof daar reeds een der rechercheurs in burger, die op weg naar het bureau van politie toevallig daar langs was gekomen. De agent en de rechercheur hebben de eerste voorzieningen getroffen. De rechercheur werd toen in de winkel van Melis op genoemde hoek medegedeeld, dat de af deling Verkeer reeds was gewaarschuwd. Op de afd. Verkeer werd te ca. 17.55 uur bericht ontvangen, dat er een aanrijding was op de hoek ZandberglaanGinnekenweg. Aan de berichtgever, die onbekend is, is toen gevraagd of er ge wonden waren. Hierop is ontkennend geantwoord. Toen het personeel van de afd. Verkeer ter plaatse kwam en bleek, dat er wel gewonden waren, is direct de ziekenauto gewaarschuwd; een dokter was reeds aanwezig. Ongeveer 10 minuten later was de ziekenauto er reeds. De ziekenauto was dus ongeveer 20 minuten na het ongeval ter plaatse en zeer zeker geen uuri De normale gang van zaken is als volgt: Er wordt een aanrijding gemeld. Degene, die de melding ontvangt, vraagt of er gewonden zijn. Wordt deze vraag bevestigend beant-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 261