26 16 JANUARI 1952 Brabants Orkest" aangestipt. Hieraan is Breda inderdaad 12 jaar gebonden en het zou niet juist zijn, indien subsidies veelvuldig voor meerdere jaren verleend werden. Burgemeester en Wethouders willen zulks dan ook niet stimuleren. De Subsidie-commissie heeft in haar rapport vermeld, welke subsidies dienen te vervallen. Bur gemeester en Wethouders hebben deze suggestie overgenomen. In dien de Raad zich hiermde kan verenigen, dan zullen deze subsidie bedragen door middel van een begrotingswijziging van de begroting afgevoerd worden. De subsidies, die geleidelijk zouden moeten ver dwijnen, zijn die, welke thans verleend worden aan de K.A.B., de Kath. Volksuniversiteit en het Instituut voor Arbeidersontwikkelnig. De heer Jongbloed heeft tegen deze verdwijning bezwaren. Al vorens echter hiertoe in de toekomst wordt overgegaan, zullen deze subsidies speciaal worden bezien. De noodzaak van het verdwijnen zal dan kunnen blijken uit de overgelegde rekening en begroting van betrokken verenigingen. Spreker gelooft niet, dat het de bedoeling van de Raad en het Col lege is voor iedere subsidieaanvrage de Subsidiecommissie in te schakelen; echter wel voor nieuwe aanvragen want die moeten spe ciaal bezien worden. Evenmin is het naar sprekers mening de be doeling, dat ieder jaar alle subsidies door de Commissie bezien worden, maar slechts de subsidies van die verenigingen, die door hun gewijzigde financiële omstandigheden voor herziening in aan merking komen. Het kan dan wenselijk zijn dat een subsidie ver hoogd wordt, doch ook kan in bepaalde gevallen tot verlaging worden overgegaan. De heer Eoertshuis heeft een lans gebroken voor de Sportraad. Spreker kan dat betoog onderschrijven. Ook het College voelt er veel voor de sport te bevorderen, zodat het zal trachten de nodige subsidies te verlenen. Spreker kan niet meegaan met het idee van de heer Van Bijnen om de Culturele Werkgemeenschap alleen als een adviserend lichaam te laten optreden. Naar zijn mening moet ze de haar op gedragen werkzaamheden ten volle blijven verrichten. Het bezwaar van de heer Vermeulen n.l. dat de Raad niet vol doende op de hoogte is van de subsidieverlening, indien dezelfde gedragslijn blijft gehandhaafd, is slechts ten dele waar. De Raad kan zich bij de behandeling van de begroting terzake volledig oriën teren, terwijl bovendien op de gemeente-secretarie alle gewenste inlichtingen ter beschikking zijn. De heer Jongbloed heeft uit de woorden van de heer Toxopeus kunnen constateren, dat het door de Subsidiecommissie ingenomen standpunt inzake het samenstellen van richtlijnen verklaarbaar is. Het is moeilijk in een kort tijdsbestek met gepreciseerde richtlijnen te komen. Het zou bovenden niet juist zijn, indien men terzake onder alle omstandigheden bij een eenmaal ingenomen standpunt zou blijven volharden. Spreker meent met deze woorden de belangrijkste punten beant woord te hebben. De heer VELDKAMP wil nog even ingaan op de door heer Ver meulen gemaakte opmerking. De gedachte, die spreker heeft ont wikkeld ligt in de lijn van het subsidiariteitsbeginsel. Wanneer de Raad aan de Culturele Werkgemeenschap en de Sportraad strenge richtlijnen zou meegeven dan zou er volgens de heer Vermeulen van de werkzaamheden van deze instanties weinig overblijven. Bij spreker heeft echter de gedachte geleefd, dat het een en ander niet wordt aangetast bij het geven van strenge richtlijnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 26