14 MEI 1952 271 en moet daarom om formele redenen buiten beschouwing worden gelaten. Spreker kan dit billijken. Toch zou hij willen vragen om afziende van deze formele fout de belangen van deze landbouwer ernstig onder ogen te zien en voor hem zoveel mogelijk soepelheid te betrachten. Wethouder VAN HAPEREN meent, dat de te late indiening van dit verzoekschrift voor de heer Bastiaansen niet zo'n groot nadeel oplevert. Reeds bij de vaststelling van het partieel uitbreidingsplan in hoofdzaken had deze een bezwaarschrift ingediend binnen de wet telijk gestelde termijn. Hieraan is destijds de nodige aandacht be steed, hetgeen echter niet heeft opgeleverd, dat het plan te zijnen behoeve is gewijzigd. Uiteraard ligt het in de bedoeling deze land bouwer zoveel mogelijk te helpen en tegemoet te komen. De VOORZITTER zegt de kadastrale omschrijvingen te zullen laten nagaan en indien deze verkeerd zijn weergegeven te doen verbeteren. Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig dit voorstel besloten. 11. Het opdragen van de beslechting van een geschil met drie aannemers aan de raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven. De heer MOL wijst erop, dat het hier een geschil betreft met drie aannemers, die respectievelijk menen aanspraak te kunnen maken op de uitbetaling van een bedrag van 23.000.25.000.en 50.000.derhalve in totaal 98.000.—, als risicoverrekening op grond van de abnormale priisstijging der bouwmaterialen in de tweede helft van 1950. Destijds is in de betreffende bestekken, waar op van toepassing waren verklaard de Algemene Besteksbepalingen voor de uitvoering van bouwwerken, doelbewust juist niet van toe passing verklaard de ten tijde der aanbesteding bestaande regeling voor de verrekening in verband met bijzondere loon- en materiaal prijsstijgingen. Paragraaf 19 van de Algemene Besteksbepalingen spreekt daarentegen wel van een verrekening van de meerdere of mindere kosten, op de uitvoering van het werk betrekking hebben de, die zijn ontstaan door het vervallen, wijzigen of invoeren van wetten, wettelijke voorschriften of dergelijke. De vraag rijst of de meerdere kosten die ontstaan door de prijsstijging van materialen niet op gelijke wijze moeten worden verrekend als eventuele hogere lonen tengevolge van wijzigingen van collectieve arbeidsovereen komsten. Beide zijn het gevolg van bepaalde en dikwijls dezelfde economische verschijnselen. Wat hiervan zij, de gemeente verkeert thans in een moeilijke situatie. Spreker zou het op prijs stellen wan neer in de toekomst de wijziging van administratieve besteksbepa lingen niet alleen werd overgelaten aan de Directie van Openbare Werken, maar dat daarbij rechtskundige bijstand wordt gevraagd. Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat de aannemers bij uiterste termijn gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om ter be slechting van het gerezen geschil de Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven in te schakelen. Dit is mede gedaan om de rechten voor een arbitrale uitspraak open te houden indien het voortgezette minnelijke overleg niet tot een oplossing zou leiden. Spreker heeft nog zeer onlangs over deze aangelegenheid een onderhoud gehad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 271